Hoofdstuk 4.4 1EC3

Hoofdstuk 4.4
Percentages als decimaal getal
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4.4
Percentages als decimaal getal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je leert procenten uit te rekenen als een decimaal getal.
- Je leert rekenen met percentages als decimaal getal.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg rekenen met procenten
Procenten kun je schrijven als een decimaal getal.
1% = 0,01                   15% = 0,15

Percentages kun je ook berekenen door te vermenigvuldigen met het decimaal getal.
12% van 250 = 0,12 x 250 = 30 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van een partij laptops van 5000 stuks wordt 5% afgekeurd. Hoeveel laptops worden afgekeurd?

Slide 4 - Open vraag

0,05 x 5000 = 250 laptops

Toename of afname te berekenen
Bij toename komt de percentage bovenop de 100.
Bij afname gaat de percentage van de 100 af.

Bijvoorbeeld huurverhoging of verlaging. 
Verhoogt de huur met 10%?  Dan is de nieuwe huurprijs: 1,1 x oude huurprijs

Verlaagt de huur met 10%? Dan is de nieuwe huurprijs: 0,9 x oude huurprijs

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een laptop is €749 bij de Coolblue.

Is dit inclusief of exclusief BTW?
A
Inclusief
B
Exclusief

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welk percentage staat dit bedrag gelijk aan?
A
100%
B
121%

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de prijs excl. btw?
A
Prijs excl. btw = 0,21 x prijs incl. btw
B
Prijs excl. btw = 1,21 x prijs incl. btw
C
Prijs excl. btw = prijs incl. btw : 1,21
D
Prijs excl. btw = prijs incl. btw : 0,21

Slide 8 - Quizvraag

Bijvoorbeeld: 121 : 1,21 = 100
Vorig jaar had een festival 220.000 bezoekers. Naar verwachting is er volgend jaar een toename van 5,5% Hoeveel bezoekers worden komend jaar verwacht?

Slide 9 - Open vraag

220.000 x 1,055 = 232.100
Ga verder met hoofdstuk 4.4
Dit is huiswerk voor de volgende keer.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies