Het hormoonstelsel 7-5

Het hormoonstelsel
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
afpMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het hormoonstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Endocrienstelsel
Het hormoonstelsel regelt allerlei functies in het lichaam.

Hormonen: boodschapperstoffen die via het bloed worden vervoerd.

Voorbeeld?

Slide 2 - Tekstslide

Endocrienstelsel
Er zijn in het lichaam twee systemen die processen in het lichaam regelen: het zenuwstelsel en het hormoonstelsel.
(Ze werken nauw samen)


zenuwstelsel werkt snel, met elektrische prikkels die heel snel via zenuwvezels worden getransporteerd.
hormoonstelsel werkt langzaam, met boodschapperstoffen die via de bloedbaan hun doelorgaan bereiken.

Slide 3 - Tekstslide

Organen van het hormoonstelsel
Hormoonklieren-> 
Zij maken een hormoon en scheiden dat uit naar het bloed. 

Via de bloedbaan bereikt een hormoon alle cellen.

Hormonen kunnen een orgaanfunctie stimuleren of afremmen.

Slide 4 - Tekstslide

Welk orgaan is een hormoonklier?
A
Maag
B
Galblaas
C
Alvleesklier
D
Schildklier

Slide 5 - Quizvraag

hormoon
neurostransmitter
zenuwvezels
circulatie
Snel
Langzaam

Slide 6 - Sleepvraag

Welke organen passen in het hormoonstelsel?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Maak een mindmap:
Van het hormoonstelsel:
- Wat is een hormoon?
-Het orgaan
- Wat is de functie?
- Welk hormoon geproduceerd?
  Wat regelt het hormoon?
Maak het zo overzichtelijk mogelijk, voeg tekeningen toe 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Hoe noem je het schildklier stimulerend hormoon?
A
TSH
B
FSH
C
GH
D
Insuline

Slide 16 - Quizvraag

SCHILDKLIER
  • Op het strottenhoofd
  • Achterzijde > bijschildklieren
  • Schildklierhormoon: Thyroxine

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Stress
Bijnieren produceren cortisol
(oa. hogere bloedsuikerspiegel), 
adrenaline en noradrenaline


Cortisol in de bijnierschors
Adrenaline en noradrenaline in het bijniermerg

Slide 23 - Tekstslide

Thyroxine
  • Stimuleert de stofwisseling in alle cellen
  • de groei van het lichaam en 

ontwikkeling van de hersenen

Slide 24 - Tekstslide

CALCITONINE
  • Calcium bouwstof voor botweefsel
  • Samentrekking van spierweefsel
  • Calcitonine: hormoon uit schilklier 
  • Vit D en calcium in voeding


Slide 25 - Tekstslide

BIJNIEREN
  • Kapje op beide nieren
  • Buiten: bijnierschors
  • Binnen: bijniermerg

PRODUCEREN VERSCHILLENDE HORMONEN

Slide 26 - Tekstslide

ADH
ADH is het anti-diuretisch hormoon uit de hypofyse. ADH wordt afgescheiden bij een (dreigend) vochttekort en zorgt voor minder uitscheiding van water via de urine. Dit gebeurt bij hitte, grote inspanning en sterke transpiratie, braken en diarree.

Slide 27 - Tekstslide

Oxytocine
voor - tijdens - na de bevalling uitgescheiden door de hypofyse

  • Weeën
  • Stuwing van moedermelk
  • Knuffelhormoon (binding van mensen)
Prolactine -> hormoon uit hypofyse zorgt voor aanmaak van moedermelk 

Slide 28 - Tekstslide

Geslachtshormonen
Oestrogeen en progesteron -> vrouwen (Oestrogenen beïnvloeden het baarmoederslijmvlies, stemming en gedrag. Progesteron beïnvloedt het baarmoederslijmvlies en houdt zwangerschap in stand) worden geproduceerd in de eierstokken
Testosteron -> mannen (is verantwoordelijk voor de spierontwikkeling, zin in seks, aanmaak van zaadcellen en agressief gedrag)

Mannen en vrouwen maken allebei oestrogeen en testosteron maar in andere hoeveelheden

Slide 29 - Tekstslide

Alvleesklierhormonen

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de functie van de hypofyse
A
Hier wordt testosteron geproduceerd
B
Dit is de regelkamer van het hormoonstelsel
C
Dit is de verbinding tussen hormoon - en zenuwstelsel
D
Hier wordt glucagon geproduceerd

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Hormonen van de hypofyse (direct op organen)
Groeihormoon (GH): stimuleert de botgroei vanuit de kraakbeen-groeischijf.
Prolactine: stimuleert de melkvorming in de borst.

ADH: Antidiuretisch hormoon: zorgt ervoor dat de nieren minder urine maken, dus minder water uitscheiden (antidiurese).

Oxytocine: zorgt voor weeënactiviteit, stuwing van de melk naar de tepel en de moeder-kindbinding (knuffelhormoon).


Slide 33 - Tekstslide

Hormonen van de hypofyse (stimuleren andere klieren)
TSH: schildklierstimulerend hormoon 
ACTHL bijnierschorsstimulerend hormoon 

hormonen die de eierstokken en testikels stimuleren.
FSH (follikelstimulerendhormoon) ei=rijping
LH; ei sprong. 
Bij de man stimuleren deze hormonen aanmaak van testosteron in de testikels


Slide 34 - Tekstslide

Welk orgaan is een hormoonklier?
A
Speekselklier
B
galblaas
C
eierstok
D
milt

Slide 35 - Quizvraag

In het hormoonstelsel treedt negatieve feedback op. Wat wordt hier bedoeld met 'negatieve feedback'?
A
Een stimulerende werking op de hormoonklieren
B
Een remmende werking op de hormoonklieren

Slide 36 - Quizvraag

Hoe noem je het schildklier stimulerend hormoon?
A
TSH
B
FSH
C
GH
D
Insuline

Slide 37 - Quizvraag

Thyroxine
  • de stofwisseling in alle cellen
  • de groei van het lichaam en de 

ontwikkeling van de hersenen

Slide 38 - Tekstslide

Stress
Bijnieren produceren cortisol
(hogere bloedsuikerspiegel), 
adrenaline en noradrenaline


Cortisol in de bijnierschors
Adrenaline en noradrenaline in het bijniermerg

Slide 39 - Tekstslide

Cortisol: (filmpje 8.3 zorgpad)
Cortisol heeft vooral invloed op de opbouw en afbraak van koolhydraten, vetten en eiwitten

  • stijging van de glucosespiegel
  • remming van de opbouw van huid en spieren (spieratrofie)
  • remming van ontstekingsreacties
  • remming van afweer en immuniteit
  • vetopslag, vooral in de romp, de nek en het gezicht




Slide 40 - Tekstslide

ADH
ADH is het anti-diuretisch hormoon uit de hypofyse. ADH wordt afgescheiden bij een (dreigend) vochttekort en zorgt voor minder uitscheiding van water via de urine. Dit gebeurt bij hitte, grote inspanning en sterke transpiratie, braken en diarree.

Slide 41 - Tekstslide

Oxytocine
voor - tijdens - na de bevalling

  • Weeën
  • Stuwing van moedermelk
  • Knuffelhormoon (binding van mensen)

Prolactine -> hormoon zorgt voor aanmaak van moedermelk 

Slide 42 - Tekstslide

Geslachtshormonen
Oestrogeen en progesteron -> vrouwen 
Oestrogenen beïnvloeden het baarmoederslijmvlies, stemming en gedrag. Progesteron beïnvloedt het baarmoederslijmvlies en houdt zwangerschap in stand) worden geproduceerd in de eierstokken

Testosteron -> mannen
is verantwoordelijk voor de spierontwikkeling, zin in seks, aanmaak van zaadcellen en agressief gedrag

Slide 43 - Tekstslide

Alvleesklierhormonen

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide