2.3 Metalen

Metalen
Maar wat maakt een metaal een metaal wat zijn metalen eigenlijk? Welke eigenschappen hebben metalen?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Metalen
Maar wat maakt een metaal een metaal wat zijn metalen eigenlijk? Welke eigenschappen hebben metalen?

Slide 1 - Tekstslide

Natrium-atoom
De elektronegativiteit van metalen is relatief laag. Elektronegativiteit zegt iets over hoe hard een atoom trekt aan zijn elektronen. Bij metalen willen dus graag een elektron afstaan. De elektronegativiteit van de elementen kun je terugvinden in tabel 40A van je Binas.

Slide 2 - Tekstslide

Stel je voor je hebt een materiaal van alleen maar natrium-atomen. Elk natrium wil graag het elektron afstaan maar het elektron kan niet naar een ander element. De elektronen kunnen hierdoor vrij bewegen door de natrium-atom

Slide 3 - Tekstslide

De aantrekking tussen de negatieve vrij bewegende elektronen en de positieve ionen in het rooster noemen we een metaalbinding. Deze binding is vrij sterk. Hierdoor hebben over het algemeen metalen een hoog smelt- en kookpunt. 

Slide 4 - Tekstslide

Legering

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Roest
 Een edelmetaal is een metaal dat niet of weinig kan worden aangetast door oxidatie. Als een metaal oxideert wordt het dof het glimt dan niet meer. Als een ijzeren staaf doorsnijdt glimt het maar als het oxideert (roest) wordt het bruin.
De reactievergelijking van het roesten van ijzer:
4 Fe(s) + 3 O2 (g) → 2 Fe2O3 (s).  




Hoe groter het verschil in elektronegativiteit met zuurstof hoe makkelijker het metaal oxideert. 

Slide 7 - Tekstslide

Metalen staan makkelijk een elektron af. Hierdoor hebben metalen vrije elektronen in die de kernen in een rooster drukken. Het gevolg hiervan is dat metalen kenmerkende gemeenschappelijke eigenschappen hebben:
  •     Ze geleiden goed elektriciteit d.m.v. de elektronen
  •     Ze geleiden goed warmte d.m.v. de elektronen
  •     Ze hebben een typische metaalglans  
  •     Goed vervormbaar
  •     Ze hebben bijna altijd een hoog smelt- en kookpunt. 

Slide 8 - Tekstslide

  1. Kwik is metaal dat vloeibaar is bij kamertemperatuur. Gallium smelt bij 29.8 °C. Ook in vloeibare fase is de aantrekkingskracht tussen de atomen groot. – Verklaar met behulp van de vrij bewegende elektronen waarom vloeibare metalen bij elkaar blijven.

2. Wolfraam is het metaal met het hoogste kookpunt. Waarom heeft wolfraam het hoogste kookpunt? –Probeer te kijken naar elektronegativiteit, aantal elektronenschillen, atoommassa en radius.

Slide 9 - Tekstslide

Havo: Lezen H2.3 maken opdrachten 1 t/m 9
Vwo: Lezen H2.3 maken opdrachten 1 t/m 9

Slide 10 - Tekstslide