Groep 5 - Blok 2 - herhaling
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijke naamwoord?
In de stal staat een groot paard.
In de stal staat een groot paard.
A
stal
B
staat
C
groot
D
paard
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijke naamwoord?
De eerlijke jongen geeft het snoep terug.
De eerlijke jongen geeft het snoep terug.
A
eerlijke
B
jongen
C
snoep
D
terug
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijke naamwoord?
In het web zit een dikke vlieg.
In het web zit een dikke vlieg.
A
web
B
dikke
C
vlieg
D
het
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het voorzetsel?
Wat doen jullie daar in de kast?
Wat doen jullie daar in de kast?
A
doen
B
jullie
C
in
D
kast
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het voorzetsel?
Wij klimmen op de muur.
Wij klimmen op de muur.
A
klimmen
B
muur
C
de
D
op
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het voorzetsel?
Dat snoepje is van mij.
Dat snoepje is van mij.
A
snoepje
B
dat
C
van
D
mij
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het telwoord?
Er zitten veel kinderen in de klas.
Er zitten veel kinderen in de klas.
A
zitten
B
veel
C
kinderen
D
klas
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het telwoord?
Ik kwam als laatste buiten.
Ik kwam als laatste buiten.
A
kwam
B
laatste
C
buiten
D
als
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het telwoord?
Er doen zes kinderen mee met voetbal.
Er doen zes kinderen mee met voetbal.
A
doen
B
kinderen
C
zes
D
voetbal
