5.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel

5.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel
Leerdoelen:
  • Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven
  • Je kunt de werking van het autonome (of vegetatieve ) zenuwstelsel beschrijven.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel
Leerdoelen:
  • Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven
  • Je kunt de werking van het autonome (of vegetatieve ) zenuwstelsel beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus... hoe maakt een zenuwcel contact met een andere zenuwcel?
A
er springt een stroompje over
B
ze zitten aan elkaar geschakeld met hun membranen
C
er gaan stoffen van de ene naar de andere

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Nummer 4 is:
A
Axon
B
Cellichaam
C
Dendriet
D
Synaps

Slide 8 - Quizvraag

Referentie:
http://www.homeopathienetwerk.nl/wp-content/uploads/Zenuwcel_klein-300x180.jpg
Hoe heten de onderdelen 1 en 5?
A
1 = axon 5 = myelineschede
B
1= dendriet 5 = axon
C
1 = dendriet 5 = myelineschede
D
1 = cellichaam 5 = synaps

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leidt impulsen van het cellichaam af
A
dendriet
B
myelineschede
C
axon
D
synaps

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BiNaS 88L

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het effect van adrenaline gelijk aan die van het ortho- of parasympatisch zenuwstelsel?
A
Orthosympatisch
B
Parasympatisch

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: parasympatisch en orthosympatisch.

Zit er in elk orgaan van elk deel een zenuw?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je direct reageert door je hand weg te trekken van een heet voorwerp dan heet dat een...
A
reflex, deze gaat via het ruggenmerg
B
reflex, deze gaat via de kleine hersenen
C
effector, deze gaat via het ruggenmerg

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van een reflex?
A
Een spier-zintuig-schakelcel-gevoelszenuwcel-bewegingszenuwcel.
B
Zintuig-gevoelszenuwcel-schakelcel-bewegingszenuwcel-spier

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan een terugtrek-reflex nog optreden als in de reflexboog de zenuwcellen R zijn uitgeschakeld? En als in de grote hersenen de bewegingscentra zijn uitgeschakeld?
A
Ja Ja
B
Ja Nee
C
Nee Ja
D
Nee Nee

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Kijk in de studiewijzer welke opdrachten gemaakt kunnen worden. Gebruik leerstrategieën in de verwerking van de leerstof.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies