De 95 stellingen van Maarten Luther

Ontdekkers en hervormers

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ontdekkers en hervormers

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reformatie / Hervorming
Luther 
Calvijn
Erasmus 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor Hervorming?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Erasmus was een 'Nederlander'
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Luther en Calvijn zijn hervormers
A
Waar
B
Niet waar
C
alleen Luther
D
alleen Calvijn

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de Sint-Pieter in Rome betaald?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraken zouden van Erasmus kunnen zijn? Sleep ze naar Erasmus.
Je moet leren kritisch na te denken.
Je moet de bijbel lezen, dan kun je er over nadenken.
Kinderen hebben recht op goede scholen.
Ik ben een boodschapper van God
Mijn mening is de enige juiste

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Luther was...
A
Een humanist
B
Een monnik
C
Een paus
D
Een hervormer

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Luther
Erasmus
Duitse monnik
priester uit Rotterdam
bleef katholiek
volgens de paus een ketter

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het doel van Erasmus?
A
Een nieuw geloof starten
B
De paus zijn macht ontnemen
C
Een zuivere vorm van het geloof maken
D
De kardinalen beter opleiden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een aflaat?
A
Een document dat er voor zorgt dat al je zondes vergeven worden
B
Het persoonlijke dagboek van de paus dat verkocht werd
C
Een document waarmee je een plekje in de hemel kunt kopen
D
Een brief van de locale priester

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

95 stellingen
A
Luther
B
Erasmus

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel v.d. les 
Je weet hoe Luther de mensen probeerde te overtuigen van zijn mening. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stelling is een bewering die jij als de waarheid ziet. Dus een mening of uitspraak waarvan jij denkt dat het waar is. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



28. Het is verkeerd om te denken dat iemand uit het vagevuur komt zodra er geld wordt gegeven.


Wat staat hier eigenlijk? Wat bedoeld Luther? 

Zoek dit nummer in de tekst en maak een aantekening.

Slide 15 - Tekstslide

ontleed met de kinderen deze zin. Wat staat er? Vagevuur betekent ( Hel) Verkeerd om te denken ( onzin) 

Dus: Het is onzin om te denken dat je door geld te betalen niet naar de hel gaat. 

Laat de kinderen dit bij de zin aantekeningen maken. 
Welke stellingen zijn een aanklacht tegen de paus. 
Lees de eerste 50 regels.
Omcirkel de nummers die een aanklacht tegen de paus zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Lees met de kinderen de eerste 20 zinnen samen en model de regels die een aanklacht zijn aan de paus. Licht kort toe wat Luther bedoelt. 

Tip: geef meteen de volgende slide en model dan ook de aflaten. 
Welke stellingen zijn een aanklacht tegen de aflaten
 

Lees de eerste 50 regels.
kleur de nummers die een aanklacht tegen de aflaten zijn rood. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeker of vermoeden?
vraag 2
Lees nu de regels van 50 t/m 70. 
Zet een ! achter de regels als Luther er zeker van was.
Zet een ? achter de regels als Luther een vermoeden had.

Slide 18 - Tekstslide

Laat de kinderen lezen de regels 50 t/m 70
Vertel dat er 3 regels in staan waarvan Luther een vermoeden heeft. Het dus niet zeker weet. Laat ze proberen deze drie (  54, 64, 70) te vinden. ( is wel heel lastig. Je kan dus ook deze drie benoemen en samen met de kinderen ontleden) 
Als deze drie een vermoeden zijn, wat is de rest dan? ( Zeker!) Daar kunnen ze dus een ! bij zetten. 
vraag 3
Welke stelling spreekt het meest aan als het gaat om het verwerpen van de aflaten? 
Noteer het op je werkblad. 

Slide 19 - Tekstslide

Dit is regel 28 die al eerder besproken is en waar ze aantekeningen bij gemaakt hebben. 
vraag 4 
Luther geeft in een aantal stellingen adviezen over hoe mensen toch naar de hemel kunnen gaan ook als ze geen aflaten kopen. 

44. Het is beter om een arme te helpen dan een aflaat te kopen.

Lees de regels 70 t/m 95. Er zijn hier nog twee adviezen die hij geeft aan mensen. Noteer de nummers op het werkblad. 

Slide 20 - Tekstslide

Je kan ook nog 37, 38, 45 bespreken

Nummer 94 en 95 zijn de adviezen die hij geeft. 
Vraag 5. 
Je hebt alle regels nu een keer doorgelezen. Maak deze opdracht zelf. Bespreek daarna in een drietal welke stellingen je gekozen hebt en waarom. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je of begrijp nu meer
dan aan het begin van de les?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Paspoort
Vul nu de gegevens in van Luther.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies