In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waarom zijn er algemene beginselen van behoorlijk bestuur?
Slide 4 - Open vraag
Noem 4 beginselen van algemeen bestuur en leg deze uit:
Slide 5 - Open vraag
Wat is het verschil tussen het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel?
Slide 6 - Open vraag
Wie moet zich vooral houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, de ABBB?
A
Burgers en bedrijven in hun omgang met bestuursorganen
B
Bestuursorganen met betrekking tot besluitvorming
C
Ambtenaren in hun omgang met de burger
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Een toezichthouder onderzoekt het kappen van een boom zonder vergunning. Hij ontdekt bewijs van deze kap en de betrokkene geeft ook toe dat hij de boom gekapt heeft. De betrokkene geeft aan dat er een noodzaak bestond omdat de boom ernstig was aangetast en dat er daardoor ernstig gevaar bestond dat de boom zou omvallen. De betrokkene laat een filmpje zien van de gekapte boom waarop de aantasting te zien is. De toezichthouder voegt deze informatie niet toe aan zijn rapport. Welk beginsel van behoorlijk bestuur wordt hier geschonden?
A
het zorgvuldigheidsbeginsel
B
het vertrouwensbeginsel
C
het motiveringsbeginsel
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Welk soort besluit is het intrekken van een vergunning?
A
Bestuursdwang
B
Besluit van algemene strekking
C
Begunstigende beschikking
D
Belastende beschikking
Slide 11 - Quizvraag
Noem 5 fasen in de besluitvorming:
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat kan een belanghebbende indienen voorafgaand aan het besluit?
A
Bezwaar
B
Verklaring
C
Zienswijze
D
Notulen van protest
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een zienswijze?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een belanghebbende?
Slide 18 - Open vraag
Welke rechten heeft een belanghebbende?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht
Verdeel de klas in 5 groepen
Verdeel de OPERA criteria onder de groepen
Maak een presentatie en leg het criteria aan de klas uit
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Belanghebbende volgens de Algemene wet bestuursrecht is degene die een: Er zijn drie antwoorden juist.
A
rechtstreeks belang heeft
B
toekomstig belang heeft
C
persoonlijk belang heeft.
D
rechtspersoon is ter behartiging van een bijzonder belang