6v Latijn - 2022-02-10 - Plinius Pan. 53

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

"Felix sit vobis annus novus": wat betekent dat?

Slide 2 - Open vraag

Hoe was jullie vakantie?
A
bagger
B
gaat wel
C
leuk
D
fantastisch

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Denk aan het bijhouden van de vergelijking Domitianus-Trajanus!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

r. 5-7: met welk tekstelement prijst Plinius op een indirecte manier zichzelf?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

r. 6-7: wat voor functie hebben de conjunctivi 'amarit' en 'oderit'?
A
prohibitivus
B
algemene, wijze uitspraak
C
afhankelijke bijzin
D
adhortativus

Slide 9 - Quizvraag

r. 9-10: 'permitteret' en 'interpretaretur' zijn beide een conj. potentialis. Wat wil Plinius hiermee uitdrukken? Het lijkt hem...
A
heel goed mogelijk dat D. kritiek op N. zou hebben toegestaan
B
onmogelijk dat D. kritiek op N. zou hebben toegestaan
C
twijfelachtig of D. kritiek op N. zou hebben toegestaan
D
niet waarschijnlijk dat D. kritiek op N. zou hebben toegestaan

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

r. 12-16: welke 2 zaken vergelijkt Plinius (samengevat) met elkaar? Antwoord in het Nederlands.

Slide 12 - Open vraag

r. 17-18: welke 2 woorden vormen een antithese?
A
laetemur & ingemiscamus
B
laetemur & patiebamur
C
fruimur & patiebamur
D
laetmur & fruimur

Slide 13 - Quizvraag

r. 17-18: waarnaar wordt verwezen met "his", en waarnaar met "illis"?
A
his = huidige keizers, illis = vorige keizers
B
his = vorige keizers, illis = huidige keizers
C
his = huidige fijne dingen, illis = vorige slechte dingen
D
his = vorige slechte dingen, illis = huidige fijne dingen

Slide 14 - Quizvraag

r. 18: naar welk Latijns tekstelement verwijst 'utrumque'?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

r. 18-19: van welk stijlfiguur is sprake bij de herhaling van 'hoc'?

Slide 17 - Woordweb

r. 18-22: welk Latijns woord staat in contrast met r. 18-19, "Hoc secreta... actiones agant"?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide