3HV - Beeldspraak en stijlfiguren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Wat is beeldspraak?

Beeldspraak

1. Een vergelijking is gebaseerd op een overeenkomst (met of zonder ‘als’). De kameel is als het schip der woestijn.
2. Bij een metafoor is alleen het beeld overgebleven. Het schip der woestijn loopt in de hitte.
3. Bij personificatie worden menselijke eigenschappen aan een abstract begrip of iets uit de natuur toegekend. Huilende wolken.
4. Een metonymia is een stijlfiguur waarbij je niet rechtstreeks zegt wat je bedoelt, maar een woord gebruikt dat ermee te maken heeft. Koppen tellen.
   

geef een voorbeeld
van een metoniem

Welke beeldspraak in de volgende zin
Dat waren bittere woorden.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie
4. synesthesie

Vergelijking

Metafoor

Personificatie

Metonymia

Hij heeft geen dak meer boven zijn hoofd.

De bomen fluisteren zachtjes zijn naam.

Wat een zwijnenstal is het hier!

Jouw kamer lijkt wel een zwijnennstal.

We hangen die Rembrandt daar op.

Noteer een originele synesthesie.

Christines heldere ogen, fijn kristal, schitterden in de lage avondzon.

1. asyndetische vergelijking
2. homerische vergelijking
3. synesthesie

Uit zijn mond vloeien zoete woorden, zodra hij Agnes ziet.

1. asyndetische vergelijking
2. homerische vergelijking
3. synesthesie

We gaan even oefenen met stijlfiguren.

Hij zegt dat hij op het mooiste plekje van Nederland woont.

1. tegenstelling
2. overdrijving
3. retorische vraag
4. pleonasme

Je wilt later toch goed verdienen?

1. tegenstelling
2. overdrijving
3. retorische vraag
4. tautologie

Hij is altijd en eeuwig te laat.

1. tegenstelling
2. overdrijving
3. retorische vraag
4. tautologie

Die roze frambozen zien er lekker uit.

1. tegenstelling
2. overdrijving
3. retorische vraag
4. pleonasme

Nu is het nog droog, maar straks krijgen we beslist regen.

1. tegenstelling
2. overdrijving
3. retorische vraag
4. pleonasme

Wil je ziek worden?

1. tegenstelling
2. retorische vraag
3. overdrijving
4. tautologie

We hebben onze hond laten inslapen.

1. understatement
2. eufemisme
3. litotes
4. woordspeling

Wis en waarachtig ga ik vanavond op de tv die wedstrijd bekijken.

1. understatement
2. eufemisme
3. litotes
4. tautologie

Het lijkt mij geen slecht idee om volgende week lekker uit eten te gaan.

1. understatement
2. eufemisme
3. litotes
4. tautologie

Hij is altijd en eeuwig te laat.

1. tegenstelling
2. overdrijving
3. retorische vraag
4. tautologie

Na een geweldige gitaarsolo zei mijn vriend: 'Die gitarist kan wel een aardig deuntje spelen, nietwaar?'

1. understatement
2. eufemisme
3. litotes
4. woordspeling

Na het besluit om de subsidie te halveren stond de hele club op zijn kop.

1. understatement
2. eufemisme
3. overdrijving
4. woordspeling

Als kapper is hij de geknipte persoon om de zaak over te nemen.

1. understatement
2. eufemisme
3. litotes
4. woordspeling