H4 KUA Hoofdstuk 8 Modernisme Kunststromingen

Cultuur van het Moderne
Hoofdstuk 8
Modernisme is de verzamelnaam voor verschillende stromingen begin van de 20e eeuw

Afzetten tegen klassieke en traditionele kunst & tradities.

Genieten van volledige artistieke vrijheid (autonomie)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cultuur van het Moderne
Hoofdstuk 8
Modernisme is de verzamelnaam voor verschillende stromingen begin van de 20e eeuw

Afzetten tegen klassieke en traditionele kunst & tradities.

Genieten van volledige artistieke vrijheid (autonomie)

Slide 1 - Tekstslide

Wat speelde er een rol bij de opkomst van het modernisme in Europa?
A
Twee wereldoorlogen
B
Industrialisering
C
Opkomst computer
D
Opkomst fotografie

Slide 2 - Quizvraag

Expressionisme
1905-1920

Uitgangspunt is persoonlijke beleving.

Werkelijkheid vervormd of schematisch. Bonte kleuren.

Slide 3 - Tekstslide

In het expressionisme geldt het volgende
A
De kunstenaar wil zijn waarneming schilderen.
B
De kunstenaar wil de realiteit zo objectief mogelijk weergeven.
C
Kleur moet zo echt mogelijk.
D
De kunstenaar wil de gevoelens van de ander kenbaar maken

Slide 4 - Quizvraag

Fauvisme
Felle kleuren (soms omlijnd)
Geen ruimte suggestie

"De schilders versieren het vlak als het ware, de uitbeelding hoeft niet natuurgetrouw
te zijn."

Slide 5 - Tekstslide

expressionistische kunstbeweging

Die Brücke

Globale weergave vormen
Hoekige vormgeving 
Subjectieve (vanuit persoonlijke) beleving
sober kleurgebruik 
complementair (kleuren die tegen over elkaar staan in kleurencirkel)


Slide 6 - Tekstslide

Der blaue reiter
kunstbeweging
geometrische vormgeving 
kleur vervreemding
(blauw paard)

Eenheid in landschap
door kleurvlakken


Slide 7 - Tekstslide

De Stijl
Zoektocht naar de universele uitbeeldingsvorm
in geometrische vlakken, horizontale en verticale lijnen
abstraheren (bijna onherkenbaar)

Primaire kleuren, zwart/wit.

Slide 8 - Tekstslide

Amsterdamse school
Sociale woningbouw
Woonpaleizen voor de gewone arbeider 

Decoratief metselwerk met verschillende kleuren baksteen 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom past dit woonhuis binnen De Stijl?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Constructivisme
1917 - 1924

Geometrische vormen

Objectieve benadering
(je basiskennis uitbreiden met nieuwe inzichten)



Slide 12 - Tekstslide

Bij Piet Mondriaan
is sprake van:
A
stilering (vereenvoudigde vormen)
B
expressie
C
abstrahering (bijna onherkenbaar)
D
twee dimensionaal

Slide 13 - Quizvraag

Wat wilden kunstenaars met het constructivisme bereiken (na de Russische revolutie van 1917)?
A
een nieuwe, eerlijke maatschappij
B
het volk opvoeden met kunst
C
subjectieve expressie (verbeelding of gevoel van kunstenaar)
D
nieuwe geometrische vormentaal

Slide 14 - Quizvraag

Bauhaus
1919 - 1933

Samensmelting van kunst, ambacht
&
 techniek


Zakelijke vormgeving

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kubisme
  1. 1907- 1914
Alle vormen in de natuur zijn opgebouwd uit een bol, kegel en piramide.

Geometrische vormen & perspectieven

Slide 17 - Tekstslide

Dadaïsme
  1. 1917– 1923
Antikunst
Collages, fotomontages, readymades en assemblages

Absurde voorstelling en chaotische vormgeving


Slide 18 - Tekstslide

Kunststromingen
Romantiek
Realisme
Impressionisme
Pointillisme
1850
1880

Slide 19 - Tekstslide

Kunststromingen
Jugendstil,
Art Nouveau
Expressionisme
Kubisme
Futurisme
1900
1910

Slide 20 - Tekstslide

Kunststromingen
De Stijl
Surrealisme
Constructivisme
Dadaïsme
1900
1920

Slide 21 - Tekstslide

Kubisme
Begin 20e eeuw
Voorstelling vereenvoudigd tot geometrische en hoekige vormen. Meerdere aanzichten in één beeld. 

Slide 22 - Tekstslide

Expressionisme
Begin 20e eeuw
Geen natuurgetrouwe weergave, maar een vereenvoudigde of gedeformeerde werkelijkheid. Sprekende en felle kleuren. Laten zien wat je voelt i.p.v. wat je ziet.

Slide 23 - Tekstslide

Futurisme
Begin 20e eeuw
Verbeelden van de snelheid en dynamiek van de moderne tijd (industriële revolutie). Vastleggen van bewegingsmomenten.

Slide 24 - Tekstslide

De Stijl
Begin 20e eeuw
De Stijlgroep streefde naar een nieuwe universele vormgeving in architectuur, toegepaste vormgeving en beeldende kunst. Geen emotie, geen decoratie, geen expressiviteit maar puur vorm.  'Vorm volgt functie.'

Slide 25 - Tekstslide

Constructivisme
Na de Russische revolutie van 1917
Geen onderwerp maar abstracte, geometrische vormen. Bewondering voor machines, de architect en toegepaste technische constructies. Tegen subjectief individualisme, voor een eerlijke maatschappij.

Slide 26 - Tekstslide

Surrealisme
Vanaf 1924
Fantasie, onbewust, spontaan, dromen, drugs, toeval, associaties.

Slide 27 - Tekstslide

Dadaïsme
Begin 20e eeuw
Opzettelijk irrationele, absurde voorstellingen. Afwijzen van esthetiek en morele waardes in de kunst. Collages, fotomontages, readymades en assemblages.


Slide 28 - Tekstslide