Personal & Possesive pronouns - Unit 1.2

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personal pronouns

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personal pronoun als onderwerp

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Personal Pronouns





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak deze zin af:
Personal pronouns...
A
vertellen iets over de uitspraak van woorden
B
verwijzen naar mensen dieren of dingen
C
verwijzen nooit naar dieren of dingen
D
gebruik je om bezit aan te geven

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which of these words is a personal pronoun?
A
Orange
B
you
C
car
D
blue

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pick a personal pronoun:
... is cold outside.
A
He
B
We
C
She
D
It

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste personal pronoun

..... is sitting in the garden
A
She
B
Him

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

possessive pronouns
bezittelijke voornaamwoorden
Een bezittelijk voornaamwoord verwijst naar een bezit, zoals mijn, jouw, zijn, haar. Het staat bijna altijd voor een zelfstandig naamwoord: dit is jouw jas. Maar je kunt het ook zelfstandig gebruiken, zoals in dat is de mijne.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive Pronouns (My)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: personal pronouns 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct personal pronoun.
The teacher likes ______ (mij).
A
I
B
my
C
me
D
i

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A personal pronoun:
My brother is nice. I like ......
A
you
B
she
C
he
D
him

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Notes: subject pronouns 
notes: possessive pronouns
ik 
 I
jij
you
hij
he
zij
she
het
it
wij
we
jullie
you
zij
they
mijn
my
jouw
your
zijn
his
haar
her
van het
its
onze
our
jullie 
your
hun
their

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive Pronouns
My birthday
His birthday is after mine.
Your dog
Is that dog yours?
His CDs
Those CDs are his.
Her money
The money is all hers.
Its legs
Difference between its and it's
Our laptop
You can borrow ours.
Their friends
They introduced some friends of theirs.

Slide 19 - Tekstslide

We use the first row with possessive pronouns at the beginning of a noun phrase.
We use the second row without a noun following:
That is my coat. (coat is a noun)
That coat is mine. (no noun following)
The meaning is similar, but the words that follow (or don't) are different
Personal pronoun - Geen onderwerp

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct personal pronoun.
She looks like ______ (haar).
A
him
B
us
C
her
D
me

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pick a personal pronoun:
It is cold outside. I don't like....
A
He
B
We
C
She
D
It

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

personal pronouns: Our grandparents visit ...... every week.
A
me
B
ours
C
us
D
our

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A personal pronoun:
My brother is nice. ..... is 26 years old.
A
you
B
she
C
he
D
him

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct personal pronoun.
Can you call _____ (hem)?

A
her
B
him
C
me
D
he

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A personal pronoun:
Do you like your girlfriend? Do you like .....?
A
she
B
he
C
him
D
her

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

personal pronouns: There is Nathan. This book is for.....
A
his
B
he
C
her
D
him

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Do you like him?
A
Personal Pronoun
B
Posessive Pronoun

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct personal pronoun.
The teacher likes (mijn) ______ hair.
A
I
B
my
C
me
D
i

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct personal pronoun:

_____ is from London. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Personal Pronouns: Sue always bakes cakes for ...... and my sister.
A
I
B
me
C
them
D
she

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste personal pronoun

The girl is sitting in the garden, her friend is with ....
A
her
B
Him

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I like to wear my green jacket on pictures, because that jacket is mine.
A
Personal Pronoun
B
Possessive Pronoun

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


I am Patrick
A
Personal Pronoun
B
Possessive pronoun

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Yes, that's me on that picture.
A
Personal Pronoun
B
Possessive Pronoun

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies