Apostrof en accenttekens
Wanneer gebruik je een apostrof?
1 / 11
Onderdelen in deze les
Wanneer gebruik je een apostrof?
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is juist?
A
's avonds is het vroeg donker.
B
'S avonds is het vroeg donker.
C
's Avonds is het vroeg donker.
D
'S Avonds is het vroeg donker.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Dat is Rons trui.
B
Dat is Ron 's trui.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Ik weet niet wat hij 's Nachts allemaal doet.
B
Ik weet niet wat hij 's nachts allemaal doet.
C
Ik weet niet wat nachts allemaal doet.
D
Ik weet niet wat hij s' nachts allemaal doet.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Dat is Alex's jas
B
Dat is Alex jas
C
Dat is Alex' jas
Slide 8 - Quizvraag
Wat is juist?
A
's Ochtends is het wel fris.
B
'S ochtends is het wel fris.
C
S' ochtends is het wel fris.
D
's ochtends is het wel fris.
