1.5 Energie 3B

Pak je chromebook!
Natuurkunde
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je chromebook!
Natuurkunde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

  • Test jezelf 1.4
  • Uitleg 1.5
  • HW 1.5
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat 1.4?
Ga online naar 1.4 "Vermogen" en maak test jezelf.


Klaar?
Start met het lezen en maken van 1.5 Energie
Blz. 52 t/m 59 van je boek




timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.5 Energie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kWh-meter
Met de kWh-meter meet het jouw energie verbruik in huis.
Deze vindt je in de meterkast.

Energie meet je in kilowattuur (kWh)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De energieprijs is de afgelopen tijd enorm gestegen. In jouw boek wordt aangegeven dat een kWh ongeveer €0,23. Dit boek is begin 2021 geschreven. Zoek op internet de huidige prijs van 1 kWh op.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ken jij mensen in jouw omgeving die last hebben van de inflatie en stijgende gas/energieprijzen?
Ken jij mensen in jouw omgeving die last hebben van de inflatie en stijgende gas/energieprijzen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je het energieverbruik van een apparaat?
Formule
energie = vermogen x tijd
kWh                  kW               h

Voorbeeld
Een bouwlamp van 150 W staat 8 uur aan. Bereken het energieverbruik
Gegevens:        vermogen = 150 W = 0,15 kW
                              tijd = 8 h
Gevraagd:         energie = ?
Uitwerking:      energie = vermogen x tijd
                               energie = 0,15 kW x 8 h = 1,2 kWh
Hoeveel verbruikt een  een lamp van 10 W in dezelfde tijd?

Slide 8 - Tekstslide

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Hoe bereken je de kosten?
Formule
kosten = energie x prijs
     €               kWh            €

Voorbeeld
De bouwlamp uit het vorige voorbeeld verbruikt 1,2 kWh. 1 kWh kost €0,23. Bereken de kosten.
Gegevens:        energie = 1,2 kWh
                              prijs = €0,23
Gevraagd:         kosten = ?
Uitwerking:      kosten = energie x prijs
                               kosten = 1,2 kWh x €0,23 = €0,28
Hoeveel zou dit met de huidige energieprijs van €0,89 per kWh zijn?

Slide 9 - Tekstslide

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Wat meet een kWh-meter?
A
kW
B
elektrische energie (J)
C
het bedrag dat je moet betalen voor de elektrische energie die je thuis hebt gebruikt
D
de hoeveelheid Watts

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de avond game ik 2,5 uur op mijn PS5 (0,1 kW). Wat is mijn energiegebruik in kWh?
A
250 kWh
B
0,250 kWh
C
40 kWh
D
0,040 kWh

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het vermogen van een motor is 575 W.
Deze draait 4,5 uur per dag.
Hoeveel energie verbruikt hij in kWh?
A
2587,5 KWh
B
2,58 KWh
C
127,8 KWh
D
7,82 KWh

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een straalkachel van 1250 W staat 4 uur aan. De kachel verbruikt dan ....kWh?
A
5 kWh
B
312,5 kWh
C
5000 kWh
D
3,125 kWh

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 kWh kost 0,25 €
Een afzuigkap verbruikt 0,1 kWh.
Hoeveel kost dit?

A
0,025 €
B
0,25 €
C
2,5 €
D
25 €

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lampje heeft een vermogen van 100 watt en staat 20 uur aan. 1 kWh kost € 0,25. Hoeveel is de energierekening?
A
€ 0,25
B
€ 0,50
C
€ 0,75
D
€ 1,00

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een strijkijzer heeft een energieverbruik van 6 kWh per maand.
1 kWh kost € 0,25.
Wat zijn de kosten voor energie per jaar voor dit strijkijzer?
A
€ 1,50
B
€ 18,=
C
€ 24,=
D
€ 288,=

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En nu zelf oefenen


Maak opdracht 1 t/m 14
Blz. 52 t/m 59


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies