Aanhalingstekens + werkwoorden

Aanhalingstekens + werkwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Aanhalingstekens + werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Soorten zinnen
Meedelende zin
Vraagzin
Uitroepzin
Bevelzin

Slide 2 - Tekstslide

De aanhaling
Wanneer we willen aanduiden dat iemand iets zegt.

Slide 3 - Tekstslide

Staan de leestekens juist?
Sam roept: 'Help, ik zie een spin!'
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

In welke zin staan de leestekens en hoofdletters juist?
A
'Heb je dat gezien?' vroeg Bas.
B
'Heb je dat gezien?', vroeg Bas.
C
'Heb je dat gezien', vroeg Bas.
D
'Heb je dat gezien?', Vroeg Bas

Slide 5 - Quizvraag

In welke zin staan de leestekens en hoofdletters juist?
A
Cas zei 'ik vind het leuk'
B
Cas zei: 'Ik vind het leuk'.
C
Cas zei: 'Ik vind het leuk.'
D
Cas zei: 'ik vind het leuk.'

Slide 6 - Quizvraag

Plaats de leestekens juist.

dat heb ik nog nooit gedaan roept stef

Slide 7 - Open vraag

Plaats de leestekens + hoofdletters juist

sara vroeg heb je ook een broer

Slide 8 - Open vraag

Zesde leerjaar: aan de slag!

Maak oef. 3 + 4
Indien tijd over, kies:
oef. 5 OF oef 1 + 2

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden
Infinitief                 stam                   t.t.                      v.t.                         v.d. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Geef de stam

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Geef het v.d.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Geef v.t. enk.

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag!
LES 3
Maak oef. 3 + 4
Indien tijd over: oef. 5 OF oef. 1 + 2

Slide 17 - Tekstslide