SE1 - les 3 (uitleg opbouw + maken tekst 4)

Les 3 - nakijken tekst 2 en 3, uitleg opbouw en maken tekst 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 3 - nakijken tekst 2 en 3, uitleg opbouw en maken tekst 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet hoe de kern van een tekst is opgebouwd en herhaalt begrippen als:
-  kernzin
- deelonderwerp
- tussenkopjes

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken tekst 2 - vraag 11
Verkennend lezen
  • a Wat voor een prijs is het Gouden Windei?
  • Het is de prijs voor een voedingsmiddel dat de consument het meest misleidt.
  • b Wat is de taak van een voedselwaakhond (r. 5), denk je?
  • Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Die bewaakt de kwaliteit van voedsel, die waarschuwt bij misleiding.
  • c Wat zal er in alinea 3 en 4 worden beschreven?
  • De producten die kans maken op de prijs.
  • d Wat vertelt het kopje Verandering van koers over de inhoud van alinea 5?
  • Fabrikanten wijzigen hun beleid als ze genomineerd worden.

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken tekst 2 - vraag 12
Aanpak meerkeuzevragen
  • a Alinea 1 leidt de tekst in door het onderwerp te noemen. Op welke manier wordt het onderwerp nog meer ingeleid?
  • C Door een voorbeeld te noemen.
  • b Wat bedoelt de schrijver met woordinflatie (r. 10)?
  • C Dat woorden steeds minder betekenis hebben.
  • c Wat is het verband tussen alinea 3 en 4?
  • A Alinea 3 en 4 vormen samen een opsomming.
  • d Welke zin geeft de inhoud van alinea 5 het best weer?
  • C Een aantal merken heeft na hun nominatie zaken veranderd.


Slide 4 - Tekstslide

Nakijken tekst 2 - vraag 13
Woordenschat
  • a Wat zal een windei zijn?
  • windei = een ei waarbij er niets in de schaal zit
  • b Wat is een genomineerde (r. 3)?
  • genomineerde = iemand die voorgedragen wordt voor een prijs
  • c Zoek op wat marketeers (r. 23) zijn.
  • marketeers = reclamemakers
  • d Wat betekent gebakken lucht (r. 2)?
  • gebakken lucht = iets zonder inhoud, een holle frase






Slide 5 - Tekstslide

Nakijken tekst 3 - vraag 14
Verkennend lezen
  • a Waar gaat de tekst over?
  • Het smeerdiploma, margarine, boter, kinderen die geïndoctrineerd worden, margarinepropaganda.
  • b Wat voor soort tekst is tekst 4? Leg je antwoord uit.
  • Betogende tekst. De schrijfster geeft haar eigen mening.
  • c Wat is het tekstdoel van tekst 4?
  • overtuigen







Slide 6 - Tekstslide

Nakijken tekst 3 - vraag 15
Aanpak meerkeuzevragen
  • a Welke mening staat centraal in tekst 4?
  • C Kinderen zouden niet met margarine moeten leren smeren.
  • b Wat vindt de schrijfster van het Voedingscentrum?
  • C Het Voedingscentrum is onbetrouwbaar.
  • c Wat is het verband tussen alinea 2 en 3?
  • B Alinea 2 en 3 vormen een tegenstelling.
  • d Welk kopje past het best boven alinea 5?
  • C Tip





Slide 7 - Tekstslide

Nakijken tekst 3 - vraag 16
Woordenschat
  • a Wat betekent blindelings (r. 15)?
  • blindelings = zonder na te denken
  • b Welk woorddeel uit alinea 3 betekent hetzelfde als nagebootst (r. 30)?
  • namaak (r. 34)
  • c Wat betekent scharminkel (r. 56)?
  • scharminkel = mager iemand





Slide 8 - Tekstslide

Welke theorie gaan we behandelen?
- Hoe pak je meerkeuzevragen aan?
- Hoe pak je open vragen aan?
- Opbouw van de kern
- De hoofdgedachte bepalen
- Tips bij leesvaardigheid

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw van de kern
Kern = middenstuk van de tekst (geeft de meeste informatie)

Een kern:
- bestaat vaak uit meerdere alinea's
- kernzinnen geven aan waar de alinea's over gaan (eerste, tweede of laatste zin)

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor vragen kun je hierover krijgen?
- Bedenk een tussenkopje dat past boven alinea 2 en 3.
- Noem het deelonderwerp van alinea 4.



- Zie volgende dia voor een voorbeeldvraag uit een oud examen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe pak je deze vragen aan?
Lees de vraag nog eens. Over welke alinea's gaat de vraag?
2 Lees de alinea's nog eens en markeer de kernzinnen (meestal de eerste, tweede of laatste zin).
3 Gaat het om meerdere alinea's? Bedenk dan zelf een deelonderwerp (het tussenkopje kan je hierbij helpen).
4 Bedenk eerst zelf een antwoord en kijk dan pas bij de mogelijke antwoorden (meerkeuzevraag).
5 Twijfel je? Streep de verkeerde antwoorden weg (bijv. de antwoorden die gaan over andere alinea's).

Slide 13 - Tekstslide

Tekst 4
De kindermaag gamet lekker mee
Huiswerk voor de volgende les: 
maak de vragen bij tekst 4

Slide 14 - Tekstslide