tekstverbanden klas 1 les 2

DOELEN

  1. Je kent de tekstverbanden:                                                 voorbeeld, opsomming, tegenstelling en conclusie en kunt deze in een tekst herkennen.
  2. Je kunt de signaalwoorden van deze tekstverbanden benoemen en herkennen in een tekst herkennen.

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

DOELEN

  1. Je kent de tekstverbanden:                                                 voorbeeld, opsomming, tegenstelling en conclusie en kunt deze in een tekst herkennen.
  2. Je kunt de signaalwoorden van deze tekstverbanden benoemen en herkennen in een tekst herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is ook alweer een tekstverband?

Slide 2 - Open vraag

Tekstverband

Aan een tekstverband zie je wat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar te maken hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Signaalwoorden

Deze teksverbanden kun je meestal herkennen aan signaalwoorden.


voorbeeld: Ik houd erg van pasta, maar  spruitjes vind ik heel vies.

verband= tegenstelling

Slide 4 - Tekstslide

tekstverband voorbeeld



 Signaalwoorden van een voorbeeld zijn:

zo, zoals, bijvoorbeeld, onder andere 


Slide 5 - Tekstslide

tekstverband opsomming

Mijn broer moet nodig naar de kapper en hij moet ook naar tandarts.


 Signaalwoorden van een opsomming zijn:

ten eerste, ten tweede, tenslotte, 

en, ook, bovendien, daarnaast, verder


Slide 6 - Tekstslide

tekstverband tegenstelling

Vanmorgen moest ik vroeg opstaan, maar morgen kan ik uitslapen.


 Signaalwoorden van een tegenstelling  zijn:

maar, echter, toch


Slide 7 - Tekstslide

tekstverband conclusie



 Signaalwoorden van een conclusie zijn:

dus, daarom, kortom


Slide 8 - Tekstslide


 Bij welk tekstverband horen de 
 signaalwoorden zo, zoals en bijvoorbeeld?
 Vraag 6 van 10
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 9 - Quizvraag


 Bij welk tekstverband horen de 
 signaalwoorden dus, daarom en  kortom?
 Vraag 6 van 10
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 10 - Quizvraag


 Welke signaalwoorden horen de 
 bij het teksverband tegenstelling?
 Vraag 6 van 10
A
ook
B
maar
C
toch
D
daarom

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende signaalwoorden. 
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
conclusie
onder andere
bovendien
kortom

daarom 
zo
dus
toch
ten eerste
echter 

Slide 12 - Sleepvraag

https://school.nieuwsbegrip.nl/docent/dashboard/2020/22 
We kijken nu samen een filmpje over Drones. 

Slide 13 - Tekstslide

Ga naar itslearning/ klassenboek/ Nederlands en maak de opdrachten van week 23.  We bespreken aan het eind van de les opdracht 1. De andere opdrachten zijn huiswerk. 

Slide 14 - Tekstslide