3.5 Het parlement controleert

3.5 Het parlement controleert
- huiswerk check
- terugblik

- uitleg 3.5

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.5 Het parlement controleert
- huiswerk check
- terugblik

- uitleg 3.5

Slide 1 - Tekstslide

huiswerk check
We kijken samen na opdracht 1, 2, 3, 4, 5 en 6

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
- Geef een omschrijving van politiek
- Welke stromingen zijn er?
-Wie behoren er tot het kabinet?
-Wie behoren er tot de regering?
- Wat is een regeerakkoord?
-Wat is de taak van een staatssecretaris?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

We lezen samen de intro van 3.5 op blz 48

Dit gaat over de controlerende taak van het parlement

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

opdracht
zoek op welke partijen er in de coalitie zitten, oftewel regeringspartijen.

En welke partijen er in de oppositie zitten?

je krijgt 5 minuten de tijd


Slide 15 - Tekstslide

Coalitie 





De partijen die samen de regering vormen = coalitie. 
33 zetels
19 zetels 
19 zetels 
5 zetels 

Slide 16 - Tekstslide

Oppositie 
dfafda
20 zetels 
14 zetels 
14 zetels 
9 zetels 
5 zetels 
4 zetels 
3 zetels 
3 zetels 
2 zetels 
Oppositie: partijen die niet in de regering zitten. 

Slide 17 - Tekstslide

We maken samen opdracht 4, 5, 6 ,10, 11, 13, 14, 16, 17

Zelfstandig werken:  6 ,10, 11, 13, 14, 16, 17

Dit is ook het huiswerk

Slide 18 - Tekstslide

Het parlement is:
A
de Eerste Kamer
B
de Tweede kamer
C
de volksvertegenwoordiging
D
de senaat

Slide 19 - Quizvraag

Burgers kiezen de
A
eerste kamer
B
tweede kamer

Slide 20 - Quizvraag

Wie stemt er over een wetsvoorstel?
A
De regering
B
Eerste Kamer
C
Kabinet
D
Eerste en Tweede Kamer

Slide 21 - Quizvraag

1. Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?
2.Hoe worden de leden gekozen?

Slide 22 - Open vraag

recht van amendement,
Wie heeft dit recht en wat betekent het?
A
alleen de Tweede Kamer wijziging wetsvoorstel
B
alleen de Eerste Kamer wetswijziging
C
alleen de Tweede Kamer, debatteren over een wet
D
alleen de Eerste Kamer, wetsvoorstel

Slide 23 - Quizvraag

Recht van initiatief heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 24 - Quizvraag

Het parlement wil iets tot op de bodem uitzoeken. Ze maken gebruik van hun
A
recht van budget
B
recht van interpellatie
C
recht van enquete
D
recht van vragen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een controlerende taak van het parlement
A
recht van initiatief
B
recht van amendement
C
recht van interpellatie

Slide 26 - Quizvraag


Wat is oppositie?
A
Overzicht van de regeringsplannen
B
De partijen in de Tweede Kamer die niet in de regering zitten
C
Een plan om een maatschappelijk probleem op te lossen
D
De ministers en staatssecretarissen

Slide 27 - Quizvraag

Het parlement bestaat uit:
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste & Tweede Kamer
D
Ministers

Slide 28 - Quizvraag

De taken van het parlement zijn:
A
(mede) wetgeving
B
controleren van het kabinet
C
debatteren
D
(mede) wetgeving + controleren van het kabinet

Slide 29 - Quizvraag

Parlement
Eerste Kamer 
  • 75 leden
  • Indirect gekozen (via provinciale verkiezingen)
  • Keuren wetsvoorstellen goed
Tweede Kamer 
  • 150 leden 
  • Direct gekozen 
  • Controleren ministers. 
  • Keuren wetsvoorstellen goed. 
  • Dienen wetsvoorstellen in. 

Slide 30 - Tekstslide