les 2 week 47

                    BONJOUR!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                    BONJOUR!

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
Schrift controle
Faire (maken): Ch1 afmaken t/m Bloc H
Apprendre (leren): vocabulaire F (woorden/ zinnen) + herhaal Bloc H (het pers. vnw + werkwoord avoir)

Meenemen voor de volgende les:
een pasfoto, schrift, kleurtjes, stickers of andere dingen mee om de poster te versieren   

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Herhaling: Ch1 
Je kunt de Franse lidwoorden benoemen en toepassen
Je kunt het de Franse persoonlijk vnw benoemen
Je kunt het werkwoord 'avoir = hebben' in het FA toepassen
Je kunt de woorden en zinnen in het F/N - N/F vertalen
Je kunt de getallen t/m herkennen/ vertalen N/F - F/N
Tâche: HW 
Maak op een A4 een miniposter over jezelf (meer info WBp56)
Einde van de les: Blooket vocabulaire Ch1 oefenen
Je kunt de woorden en zinnen vertalen F/N N/F

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling Ch1
vocabulaire / phrases-clés
(woorden en zinnen)

grammaire (grammatica)
getallen t/m 20


Slide 4 - Tekstslide

Sleep de woorden naar het bijbehorende plaatje
La France
La piscine
Le poisson
La famille
La tente

Slide 5 - Sleepvraag

vakantiefoto's
een huis
zij blijft
hij brengt door
te gek
Les photos de vacances
une maison
il passe
chouette
elle reste

Slide 6 - Sleepvraag

lire
écouter
regarder
parler
écrire
lezen
luisteren
praten
schrijven
kijken

Slide 7 - Sleepvraag

un
une
la fille
l'hôtel m
le camping
La tante
La soeur
Le garçon

Slide 8 - Sleepvraag

Welke zin is goed geschreven?
A
Comment tu t'appelles?
B
Comment tu t'appeles?
C
Comment t'u tapelle?
D
Comment tu tappel?

Slide 9 - Quizvraag

Welke is goed geschreven?
A
Je'mappel Linde Prins
B
Je m'appelle Linde Prins
C
Je m'apele Linde Prins
D
J'mapelle Linde Prins

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal de vraag:
"Bonjour, ça va?"

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent...
quatorze
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent
dix-neuf
A
9
B
13
C
17
D
19

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal:
J'ai une soeur

Slide 14 - Open vraag

Vertaal:
Ik heet Tim

Slide 15 - Open vraag

Verander het lidwoord in
le -la - les - l':

Un chat wordt ...
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 16 - Quizvraag

Verander het lidwoord in
un -une:

La semaine wordt ...
A
un
B
une

Slide 17 - Quizvraag

Verander het lidwoord in
le -la - les - l':

Une idée wordt ...
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zat het ook alweer?? Het persoonlijk voornaamwoord.
Sleep het Nederlandse pers.vnw. naar het goede Franse pers.vnw.
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
ik
jij
hij
zij
wij
wij
zij mv.
zij mv.
jullie

Slide 19 - Sleepvraag

avoir
=
  hebben



Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
                     avons
                          ont
                             ai
                        avez
                            as
                              a

Slide 20 - Sleepvraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. u heeft
B. zij hebben
C.  jij hebt
D.  men heeft / wij hebben
E.  ik  heb
F. wij hebben
1.  vous  avez
2.  j' ai
3.  ils/ elles  ont
4.  tu as
5.  on a
6. nous avons

Slide 21 - Sleepvraag

Welke cijfer geef je jezelf?
010

Slide 22 - Poll

Schrift controle

Slide 23 - Tekstslide

Miniposter
Ga aan de slag met jouw miniposter





Slide 24 - Tekstslide

Tâche

Opdracht voor de komende 2 lessen:
Maak op een A4 een miniposter over jezelf. Verplicht verwerkt op de poster:
- Tenminste 1 foto van jezelf
- 4 Franse zinnen die je hebt geleerd uit Ch1
- De miniposter komt in jouw snelhechter

WB p56
                        
Wees creatief en maak er een vrolijk en kleurrijk geheel van. 

Lees ook de tips in je WB op p56
   

Slide 25 - Tekstslide

PW Ch1
maandag 27 november - lundi le 27 novembre
(1B: 29 november ivm mentorgesprekken)
Leerstof CH1: alles F/N - N/F leren!
WB p. 52-55
alle woorden en zinnen 
getallen 0 t/m 20 
alle grammatica (het lidwoord + het werkwoord avoir- hebben)


Slide 26 - Tekstslide