Crime

Crime
Chapter 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Crime
Chapter 2

Slide 1 - Tekstslide

What is the opposite of GUILTY?
A
weird
B
victim
C
innocent
D
suspicious

Slide 2 - Quizvraag

Which word doesn't fit?
A
burglar
B
thief
C
criminal
D
victim

Slide 3 - Quizvraag

Robbery
A
B

Slide 4 - Quizvraag

If you steal candy from a shop it's called:
A
robbery
B
shoplifting
C
to pickpocket
D
to break in

Slide 5 - Quizvraag

The police SUSPECTS my neighbour of stealing a car.
A
verdachte
B
verdenken
C
slachtoffer
D
bedenken

Slide 6 - Quizvraag

The police asked me questions because I was a WITNESS.
A
verklaren
B
verdachte
C
getuige
D
diefstal

Slide 7 - Quizvraag

There was a ROBBERY at the bank yesterday.
A
inbraak
B
verdachte
C
stelen
D
beroving

Slide 8 - Quizvraag

The suspect used VIOLENCE to get her way.
A
getuige
B
geweld
C
gevangenis
D
inbreken

Slide 9 - Quizvraag

Past simple
- Verleden tijd
- Afgelopen
- Tijdsbepaling

+  werkwoord +ed of 2e rijtje
- didn't +hele werkwoord
? Did + onderwerp + hele werkwoord


Present perfect
In het verleden begonnen en;
- nu nog aan de gang
- resultaat merkbaar

+ have/has + voltooid deelw.
-  haven't/hasn't + voltooid  deelw.
? Have/Has + onderwerp + voltooid deeltwoord


Slide 10 - Tekstslide

I have been at Reggesteyn for 2 years now.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

Slide 11 - Quizvraag

I went to my friend last night.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

Slide 12 - Quizvraag

I have seen that movie before!
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

Slide 13 - Quizvraag

My car is shiny! I have just cleaned it.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

Slide 14 - Quizvraag

I saw a bird fly by my window.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

Slide 15 - Quizvraag

I didn't ... a new phone last week.
A
bought
B
have bought
C
buy

Slide 16 - Quizvraag

I ... my car. It looks great now!
A
washed
B
have washed

Slide 17 - Quizvraag

Did I .....my aunt yesterday.
A
visit
B
have visited
C
visited

Slide 18 - Quizvraag

I love New York. I ... there twice.
A
was
B
have been
C
haven't been

Slide 19 - Quizvraag

My mom ... smoking two months ago.
A
stopped
B
has stopped

Slide 20 - Quizvraag

Jack ...(finish) work an hour ago.

Slide 21 - Open vraag

He ... (not + to go) to Germany last summer.

Slide 22 - Open vraag

I ...(be) a teacher since 2010.

Slide 23 - Open vraag

last one:
I ... (have) lunch already, now I am full.

Slide 24 - Open vraag

Ik begrijp het verschil tussen past simple en present perfect en kan deze toepassen
A
Ja
B
Nee
C
Het gaat vaak goed, maar snap het half
D
Ik begrijp het verschil, kan het niet toepassen

Slide 25 - Quizvraag