Present Simple (herhalen)

TODAY
Herhaling Present Simple (voorbereiding voor toets)
Practice writing .

Doel vandaag: Ik kan schrijven over mijn hobbies, familie en mijzelf.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TODAY
Herhaling Present Simple (voorbereiding voor toets)
Practice writing .

Doel vandaag: Ik kan schrijven over mijn hobbies, familie en mijzelf.

Slide 1 - Tekstslide

Here we go again!
Present Simple

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present simple?
A
Bij feiten en permanente situaties
B
Bij gewoonten
C
Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Grammar: present simple
He/she/it => +s

Uitzondering!

I do - you do - we do - he/she/it does
I go - you go - we go - he/she/it goes
I have - you have - we have - he/she/it has

Slide 7 - Tekstslide

Grammar: present simple
Shit-rule   ->  he/she/it = +s     (I walk, you walk, he/she/it walks)

Vragend -> Do I talk?  Does he talk? Do we talk?

Ontkennend  -> I don't talk,  He doesn't talk, We don't talk

He talks -> He doesn't talk (geen s meer achter talk)

Slide 8 - Tekstslide

Present Simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 9 - Quizvraag

Present Simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 10 - Quizvraag

Present Simple - ontkennend
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
don't starts
B
don't start
C
doesn't starts
D
doesn't start

Slide 11 - Quizvraag

Present Simple
We often ........... (to talk) about our holiday.
A
talk
B
talks

Slide 12 - Quizvraag

Present Simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 13 - Quizvraag

Present simple
He...... (to go) to Germany every summer.
A
go
B
gos
C
goed
D
goes

Slide 14 - Quizvraag

Present simple - ontkennend
He...... (to go) to Germany every summer.
A
don't go
B
doesn't go
C
doesn't goes
D
don't goes

Slide 15 - Quizvraag

Present simple - vragend
.....he...... (to go) to Germany every summer.
A
Do ........ go
B
Does ........ go
C
Do ....... goes
D
Does ......... goes

Slide 16 - Quizvraag

Maak vragend:

I walk to school every day.

Slide 17 - Open vraag

Maak ontkennend:

I walk to school every day.

Slide 18 - Open vraag

Maak vragend:

He likes to eat pizza.

Slide 19 - Open vraag

Maak ontkennend:

He likes to eat pizza.

Slide 20 - Open vraag

Writing
Writing assignment
Go to ELO --> STUDIEWIJZER --> Engels --> Open: Writing assingment 1HAa 

Done early?
Share your work with one of your classmates.
Read the work of your classmate and give them feedback on it. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide