oefentoets H5

oefentoets H5
Om deel te nemen aan deze oefentoets heb je een rekenmachine, je schrijft nodig en een liniaal
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo k, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

oefentoets H5
Om deel te nemen aan deze oefentoets heb je een rekenmachine, je schrijft nodig en een liniaal

Slide 1 - Tekstslide

Lieke rijdt met een snelheid van 17 km/h. Charlene fietst met een snelheid van 7 m/s. Wie fietst er sneller dan de ander? waarom?
A
Lieke
B
Charlene

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Als Koen appt terwijl hij fietst, wordt zijn reactietijd dan korter of langer?
A
korter
B
langer

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Bij een versnelde beweging wordt de snelheid van Kirsten (als bestuurder)...
A
groter
B
kleiner
C
constant
D
geen idee

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

De remweg is alleen afhankelijk van de snelheid van de fiets van Sophie
A
juiste
B
onjuiste

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Als het profiel van je banden glad is, is de reactieafstand groter/kleiner/hetzelfde als dan bij banden met een diep profiel
A
groter
B
kleiner
C
hezelfde

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Een eenheid voor snelheid is: meter per seconde
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Britt loopt 12 km in 3 uur.
Bereken de gemiddelde snelheid van Britt in km/h.

A
4 km/h
B
36 km/h
C
3 km/h
D
3 Km/h

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Reken de gemiddelde snelheid om van Britt van km/h naar m/s. Zet je berekening erbij.

A
14,4 m/s
B
1,11 m/s
C
10,8 m/s
D
0,83 m/s

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Hoe heet een beweging waarbij de snelheid wél steeds even groot is?
A
eenparige
B
versnelde
C
vertraagde
D
niet eenparige

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

eenparige beweging
versnelde beweging
vertraagde beweging

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Natascha rijdt op haar elektrische fatbike met een snelheid van 45 km/h. Ze ziet plotseling een hond de weg oversteken. Hoe noemen we de afstand die Natascha aflegt voordat ze gaat remmen

A
reactietijd
B
reactieafstand
C
remweg
D
stopafstand

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Natascha rijdt op haar elektrische fatbike met een snelheid van 45 km/h. Ze ziet plotseling een hond de weg oversteken. De reactieafstand die Natasha aflegt is 12,5 m. Hoe groot is haar reactietijd in seconde?

A
1,25 s
B
1 s
C
4,5 s
D
5,625 s

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Lees de remweg van Natasha af
in het diagram (45 Km/h beginsnelheid).
A
12,5 m
B
12,5 Km
C
50 m
D
45 Km

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide


Bereken de stopafstand
(De reactieafstand is 12,5 m)
A
12,5 m
B
25 m
C
50 m
D
125 Km

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

De hond was op 30 meter afstand, toen Natascha hem zag.
Is Natasha op tijd gestopt zonder de hond aan te rijden? en waarom?
A
nee
B
ja

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide