Les 2 - Projet 3 - Les sports traditionnels

Leçon 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leçon 2

Slide 1 - Tekstslide

Eisen
Wat wordt er van je verwacht?
- Actieve deelname aan alle lessen.
- Alle opdrachten serieus maken.
- Altijd een opgeladen laptop bij je hebben.
- Ben je afwezig tijdens een les? Zoek dan z.s.m. mevrouw Damen of mevrouw De la Croix op tijdens een invest-uur of maak een afspraak.


Slide 2 - Tekstslide

Beoordeling
Tijdens het project kun je punten verdienen voor:
  • een actieve deelname aan iedere les.
  • alle opdrachten zo serieus en goed mogelijk maken.
  • het eindproduct.


Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je over voetbal in Frankrijk. Misschien ken je spelers of voetbalteams.

Slide 4 - Open vraag

Le football
Frankrijk won het WK voetbal in 1998 (in eigen land!) en opnieuw in 2018.

Spelers als Zinédine Zidane, Kylian Mbappé en Thierry Henry zijn echte helden.

Veel kinderen in Frankrijk dromen ervan om profvoetballer te worden.

Slide 5 - Tekstslide

Les sports traditionnels

Slide 6 - Tekstslide

Les sports traditionnels
Oriëntation
Étape 1: Informatie opzoeken
Ieder groepje ontvangt een traditionele Franse sport van de docent. Zoek informatie op en deel dit met jouw groepje.

Slide 7 - Tekstslide

Les sports traditionnels
Oriëntation
Étape 1: Informatie opzoeken
Ieder groepje ontvangt een traditionele Franse sport van de docent. Zoek informatie op en deel dit met jouw groepje.

Étape 2: Werkblad
Ieder groepslid vult een eigen werkblad in.
De eerste sport is de eigen toegewezen sport.

Slide 8 - Tekstslide

Les sports traditionnels
Oriëntation

Slide 9 - Tekstslide

Les sports traditionnels
Oriëntation
Étape 3: Uitwisselen
In vier rondes ga je met klasgenoten informatie uitwisselen over jullie sporten. Verzamel vijf verschillende sporten!


Slide 10 - Tekstslide

Les sports traditionnels
Oriëntation

Slide 11 - Tekstslide

Le verbe FAIRE
Exemple:

Le samedi, je fais du foot.

Elle fait toujours ses devoirs.

Slide 12 - Tekstslide

FAIRE - Présent

Slide 13 - Tekstslide

FAIRE - Le sport

Slide 14 - Tekstslide

FAIRE - Passé Composé
In de passé composé heeft het werkwoord avoir als voltooid deelwoord een onregelmatige vorm: fait

Par exemple:
J'ai fait                                                  Ik heb gemaakt / gedaan
Tu as fait de la natation                Jij hebt gezwommen
Nous avons fait du ski                   Wij hebben geskied


Slide 15 - Tekstslide

FAIRE - Passé Composé

Slide 16 - Tekstslide

Le verbe FAIRE

Faire
Exercices 1 + 2 + 3

Slide 17 - Tekstslide

Le verbe FAIRE
Exercice 1
1. Je ______________ du foot chaque samedi.
2. Vous ______________ de la natation ?
3. Mes amis ______________ du vélo tous les jours.
4. Nous ______________ du judo à l’école.
5. Tu ______________ de la danse le week-end ?
6. Chloé ______________ de l’escalade en vacances.

Slide 18 - Tekstslide

Le verbe FAIRE

Slide 19 - Tekstslide

Le verbe FAIRE

Slide 20 - Tekstslide

Le verbe FAIRE
Exercice 3
1. Hier, j’ ______________ ______________ du sport pendant deux heures.
2. Tu ______________ ______________ du vélo avec ton frère ?
3. Il ______________ ______________ du judo à la compétition.
4. Nous ______________ ______________ de la danse à la fête.
5. Vous ______________ ______________ de l’escalade en été ?
6. Elles ______________ ______________ du ski en hiver.










Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Bonne
 journée

Slide 23 - Tekstslide

Projet
Jullie gaan 5 lessen aan de slag met een project over sport.

Tijdens de aankomende lessen maak je opdrachten die meetellen voor je eindcijfer. Ook maak je uiteindelijk een eindproduct. 

Slide 24 - Tekstslide