Nova V2 8.3 Geluid les 8 12 juni

HW
paragraaf 8.3: 1 t/m 4, 6

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HW
paragraaf 8.3: 1 t/m 4, 6

Slide 1 - Tekstslide

Toets bewegen bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Ik heb een trillingstijd van 50 ms. Hoe groot is mijn frequentie dan?
A
2 Hz
B
50 Hz
C
0,02 Hz
D
20 Hz

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
8.3.1 Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.
8.3.2 Je kunt uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron.
8.3.3 Je kunt beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
8.3.4 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
8.3.5 Je kunt berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.
8.3.6 Je kunt uitleggen hoe een audiogram gemaakt wordt. (VWO)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Geluid zichtbaar maken

Slide 9 - Tekstslide

Amplitude
De amplitude is de maximale uitwijking
t.o.v. de nullijn. Hoe groter de amplitude, 
des te harder het geluid.

Slide 10 - Tekstslide

De amplitude bepaalt de geluidssterkte

De frequente bepaalt de toonhoogte

Geluidssterkte wordt gemeten in Decibel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Zachte hoge toon
Harde hoge toon
Zachte lage toon
Harde lage toon

Slide 15 - Sleepvraag

Frequentie bereik van ons gehoor

Slide 16 - Tekstslide

Rekenen met decibellen
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, 
neemt de geluidssterkte met 3 dB toe.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

300 supporters juichen 77 dB hard. Hoeveel supporters juichen 95 dB hard?
A
1800
B
19200
C
318
D
5400

Slide 20 - Quizvraag

Gehoordrempel/pijngrens
De geluidssterkte waarbij je een toon begint te horen is de gehoordrempel.
Bij 50 Hz is deze 
34 dB.

Bij de pijngrens gaan je oren pijn doen.
Bij 50 Hz is deze 138 dB. 

Slide 21 - Tekstslide

Een toon van 200 Hz met een geluidssterkte van 1 dB hoor je niet, want deze ligt onder de gehoordrempel.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

dB- meter versus dB(A) meter
Het oor is minder gevoelig voor hoge en lage frequenties. Deze tonen lijken daarom minder hard.
Om menselijk oor na te bootsen wordt gebruik gemaakt van een dB (A) meter. 

dB meter; meet de werkelijke geluidssterkte
dB (A) meter; meet hoe hard het geluid voor een mens lijkt.


Slide 24 - Tekstslide

Een toon van 100 Hz en 20 dB luid begin je net te horen. De dB meter geeft 20 dB aan, maar met A filter geeft deze 0 dB(A) aan.

Slide 25 - Tekstslide

Audiogrammen

Slide 26 - Tekstslide

Stencil bespreken

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide