Examenopgave Werkt de arbeidsmarkt

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit waarom de bewering van Fleur onjuist is
timer
1:00

Slide 2 - Open vraag

Leg uit waarom de bewering van Fleur onjuist is
Een voorbeeld van een juiste uitleg is:
Uit het tekstfragment blijkt dat de werkgelegenheidsgroei (0,1%) achterblijft bij de economische groei (2,2%), zodat niet geconcludeerd kan worden dat laagconjunctuur / conjuncturele neergang / onderbesteding de oorzaak is van de banencrisis.

Conjunctuur is de vraagkant van de economie. Er is dus genoeg vraag naar goederen en diensten, omdat er wel economische groei is

Slide 3 - Tekstslide

Stel dat er door de kredietcrisis van 2008 op de arbeidsmarkt een aanbodoverschot aan personen ontstaat. Het loon zal dan .....(1).... Hierdoor neemt de  ....(2)....  arbeid toe omdat de bedrijven .....(3).... gaan werken. Tevens zal de ....(4).... arbeid afnemen doordat bijvoorbeeld jongeren langer doorstuderen. Zo ontstaat er een nieuw evenwicht op de arbeidsmarkt. 

Slide 4 - Tekstslide

Stel dat er door de kredietcrisis van 2008 op de arbeidsmarkt een aanbodoverschot aan personen ontstaat. Het loon zal dan .....(1)....
A
dalen
B
stijgen

Slide 5 - Quizvraag

Hierdoor neemt de ....(2).... arbeid toe omdat de bedrijven .....(3).... gaan werken.
A
aangeboden hoeveelheid
B
gevraagde hoeveelheid

Slide 6 - Quizvraag

Hierdoor neemt de ....(2).... arbeid toe omdat de bedrijven .....(3).... gaan werken.
A
arbeidsintensiever
B
kapitaalintensiever

Slide 7 - Quizvraag

Tevens zal de ....(4).... arbeid afnemen doordat bijvoorbeeld jongeren langer doorstuderen. Zo ontstaat er een nieuw evenwicht op de arbeidsmarkt.
A
aangeboden hoeveelheid
B
gevraagde hoeveelheid

Slide 8 - Quizvraag

Een kenmerk van volkomen concurrentie
A
Homogeen product
B
Heterogeen product

Slide 9 - Quizvraag

Een kenmerk van volkomen concurrentie
A
Vrije toetreding
B
Toetredingsdrempel

Slide 10 - Quizvraag

Een kenmerk van volkomen concurrentie
A
Prijszetter
B
Hoeveelheidsaanpasser

Slide 11 - Quizvraag

Een kenmerk van volkomen concurrentie
A
Doorzichtige markt
B
Ondoorzichtige markt.

Slide 12 - Quizvraag

Leg uit dat de bewering van Ruth juist is.
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke grafiek geeft de redenering van de leraar over loonstarheid het best weer?
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Grafiek 4

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide