Hoofdstuk 6.4 arbeidsmarkt

Hoofdstuk 6.4 arbeidsmarkt
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6.4 arbeidsmarkt

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het einde van de les:
- weet je en begrijp je hoe de vraag en aanbodlijnen lopen op de arbeidsmarkt
- weet je wanneer er sprake is van een vraag- of aanbodoverschot of tekort
- weet je wat een cao is
- weet je wat er gebeurt op de arbeidsmarkt door het minimumloon

Slide 2 - Tekstslide

Vraag en aanbod op elke markt
Als je het principe van vraag en aanbod goed snapt kan je dit ook toepassen op andere markten. Bijv. op de geldmarkt, kapitaalmarkt, valutamarkt of de arbeidsmarkt.

Slide 3 - Tekstslide


De arbeidsmarkt is een ...
A
abstracte markt
B
concrete markt

Slide 4 - Quizvraag

Wat is arbeidsmarkt?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 5 - Quizvraag

Er is vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt.
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?

A
Bedrijven en Overheid
B
Werklozen
C
Werkende
D
Geen van alle

Slide 6 - Quizvraag

De vraag naar arbeid:
A
Mensen die willen gaan werken
B
Mensen die werk zoeken
C
Alle banen bij de bedrijven en overheid
D
Bedrijven en overheid die mensen zoeken.

Slide 7 - Quizvraag

De vraag naar arbeid
vraag naar arbeid = door bedrijven en overheid
= Alle banen + vacatures 

Slide 8 - Tekstslide

Wie zorgen voor het aanbod van arbeid?
A
Werknemers
B
Werkgevers en werknemers
C
Werkgevers en de overheid
D
Werkgevers

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het aanbod van arbeid?
A
Een overeenkomst tussen vakbond en werkgever
B
Een lijst met openstaande vacatures
C
Een contract tussen werkgever en werknemer
D
Het aantal beschikbare werknemers

Slide 10 - Quizvraag

Aanbod van arbeid
aanbod van arbeid = door werknemers
= mensen met betaald werk + mensen die betaald werk zoeken


Slide 11 - Tekstslide

Als je de qv en qa van de arbeidsmarkt zou tekenen. Wat staat er dan op de verticale as?
A
de hoeveelheid
B
de prijs
C
het loon
D
de rente

Slide 12 - Quizvraag

Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar
en aanbod van arbeid.

De vraag = bedrijven en overheid = werkgelegenheid
Het aanbod = beroepsbevolking



Slide 13 - Tekstslide

Evenwichtige arbeidsmarkt
Er is marktevenwicht wanneer vraag en aanbod op de arbeidsmarkt met elkaar in evenwicht zijn.

als er meer vraag naar dan aanbod van arbeid is, is de arbeidsmarkt gespannen: er zijn veel openstaande vacatures.

als er meer aanbod is dan vraag is er veel werkloosheid.

Slide 14 - Tekstslide

Steeds meer bedrijven gaan failliet door corona. Zorgt corona voor een vraag- of een aanbodoverschot op de arbeidsmarkt?
A
Vraagoverschot
B
Aanbodoverschot

Slide 15 - Quizvraag

Steeds meer bedrijven gaan failliet door corona. Zorgt dit voor een verschuiving langs of van de curve?
A
verschuiving langs de aanbodcurve
B
verschuiving van de aanbodcurve
C
verschuiving langs de vraagcurve
D
verschuiving van de vraagcurve

Slide 16 - Quizvraag

Waarom zijn lonen niet flexibel?
2 redenen:
1. door cao's
2. door het minimumloon

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een CAO?

Slide 18 - Open vraag

CAO

  • Collectieve Arbeidsovereenkomst
  • Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden. 
  • Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
  • Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
  • Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden

Slide 19 - Tekstslide

CAO of contract?
Waar staat dit in:
1. hoeveel dagen vrij je mag nemen als je gaat verhuizen            =>CAO
2. wat je rechten zijn als je wordt gevraagd om over te werken =>CAO
3. wat jouw werktijden zijn                                                                           =>CONTRACT
4. hoeveel vakantiedagen je hebt                                                            =>CAO
5. hoeveel jij verdient                                                                                      =>CONTRACT 
6. wat je moet doen als je tussentijds wil opzeggen               =>CONTRACT/CAO
Soms staan er afspraken in zowel het contract als de cao 

Slide 20 - Tekstslide

Welke situatie op de arbeidsmarkt doet zich voor wanneer meer mensen een baan zoeken dan er vacatures zijn?
A
er is een aanbodoverschot op de arbeidsmarkt
B
er is een vraagoverschot op de arbeidsmarkt
C
er is geen vraag naar arbeid meer
D
er is geen werkloosheid meer

Slide 21 - Quizvraag

Het minimumloon
minimumloon = het minimale brutoloon dat werkgevers moeten uitbetalen. 

De overheid heeft dit bepaald en wil hiermee voorkomen dat mensen worden uitgebuit. 
Er bestaat bijv. ook het minimumjeugdloon. 

Slide 22 - Tekstslide

het minimumloon

Slide 23 - Tekstslide

Ontstaat er door het minimumloon een vraag- of een aanbodoverschot?
A
vraagoverschot
B
aanbodoverschot

Slide 24 - Quizvraag