week 50 - voorkeur en bijvoeglijk naamwoord

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • herhalen ww -ar
  • Hablar de preferencias
  • Adjetivo
  • repasar el verbo ser
Semana 50
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • herhalen ww -ar
  • Hablar de preferencias
  • Adjetivo
  • repasar el verbo ser
Semana 50

Slide 1 - Tekstslide

Noteer in je agenda

Leren: tarea 1.4
Leren: bijvoeglijk naamwoord
module pág. 14, 15, 16

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
ik
jij
hij, zij, u
wij
jullie
zij, u
De persoonlijke voornaamwoorden
ZORG ERVOOR DAT JE DE PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN IN HET SPAANS KENT!!!!!

Slide 3 - Tekstslide

yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
De uitgangen van de -AR werkwoorden
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
hablar = praten  stam: hablar

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Hablar de preferencias
¿Cuál es tu .... favorito/a?
Wat is jouw favoriete......?

Mi .... favorito/a es ....
Mijn favoriete .... is ....

Slide 7 - Tekstslide

¿Cuál es tu ............ favorita?
A
deporte
B
país
C
número
D
comida

Slide 8 - Quizvraag

¿Cuál es tu libro........?
A
favorito
B
favorita

Slide 9 - Quizvraag

¿Cuál es tu deporte favorito?
A
la paella
B
el baloncesto
C
Inglaterra
D
el perro

Slide 10 - Quizvraag

¿Cuál es tu ............. favorito?
A
número
B
nombre
C
deporte
D
asignatura

Slide 11 - Quizvraag

¿Cuál es tu asignatura favorita?
A
el queso
B
el pez
C
Matemáticas
D
baloncesto

Slide 12 - Quizvraag

?Cuál es tu comida favorita?
?Cuál es tu pais favorito?
?Cuál es tu número favorito?
?Cuál es tu deporte favorito?
?Cuál es tu música favorita?
?Cuál es tu asignatura favorita?
Pop latina
quince
geografía
el baloncesto
Alemania
espaguetis

Slide 13 - Sleepvraag

¿Cuál es tu ... favorito/a?
Pak je woordenlijst bij 1.4 en bedenk zelf 3 vragen in het Spaans wat iemand zijn/haar favoriete ... is. En geef daarop antwoord. 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel: bijvoeglijk naamwoord
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 15 - Woordweb

Los adjetivos 
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)
Módulo pág. 17 y 18

Slide 16 - Tekstslide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
 bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk),   pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
    la casa bonita (het mooie huis)

Slide 17 - Tekstslide

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
    la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 18 - Tekstslide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
  bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)


Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
    la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 19 - Tekstslide

Hoe vorm je het meervoud van zelfstandige
naamwoorden?

Slide 20 - Woordweb

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
    la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
    la situación difícil --> las situaciones difíciles

VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 21 - Tekstslide

A trabajar
Maak uit je LA: pág 34 ej. 1, 2, 3, 4 
pág 35 ej.6
LE: pág 11/12 2.1,2.2 en 2.3
Klaar? 
Ga dan zelf alvast verder met tarea 1.6 en 1.7




Leerdoel: bijvoeglijk naamwoord
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Traduce
  1. Wat is je favoriete muziek?
  2. Mijn favoriete muziek is.....
  3. Wat is je favoriete eten?
  4. Mijn favoriete eten is....
  5. Wat is je favoriete sport?
  6. Mijn favoriete sport is.... 

Slide 23 - Tekstslide