week 2 - mening geven + gustar

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repaso voorkeur aangeven
  • repaso adjetivos
  • mening geven
  • reageren op mening geven
Miércoles, 11 de enero

Slide 2 - Tekstslide

Noteer in je agenda
Voor woensdag 18 januari
Leren de woordjes van 1.6 en 1.7
Leren: gustar (module pág. 22)
Maken uit je Libro de ejercicios: 2.5, 2.6, 2.7

 

Slide 3 - Tekstslide

Voorkeur aangeven
Favoriete eten.
Favoriete sport.


Bekijk je woordenlijst 1.4 nog even.
¿Cuál es tu comida favorita?
¿Cuál es tu deporte favorito?

Slide 4 - Tekstslide

¿Cuál es tu comida favorita?
¿Cuál es tu pais favorito?
¿Cuál es tu número favorito?
¿Cuál es tu deporte favorito?
¿Cuál es tu música favorita?
¿Cuál es tu asignatura favorita?
Lil Kleine
quince
geografía
el baloncesto
Alemania
espaguetis

Slide 5 - Sleepvraag

Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans
A
voor het zelfstandig naamwoord
B
achter het zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quizvraag

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o veranderen in een -a als ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan.
A
B
no

Slide 7 - Quizvraag

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.
A
B
no

Slide 8 - Quizvraag

Los adjetivos 
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)
Módulo pág. 17 y 18

Slide 9 - Tekstslide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
 bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk),   pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
    la casa bonita (het mooie huis)

Slide 10 - Tekstslide

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
    la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 11 - Tekstslide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
  bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)


Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
    la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 12 - Tekstslide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
    la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
    la situación difícil --> las situaciones difíciles

VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 13 - Tekstslide

1. La casa ............................
2. Los estudiantes................
3. La mochila.....................
4. Las profesoras...................
5. El estuche................................
6. Los libros ....................
bonitos
bonita
negra
azul
inteligentes
simpáticas

Slide 14 - Sleepvraag

zet in het meervoud:
la casa grande

Slide 15 - Open vraag

zet in het meervoud:
el exámen difícil

Slide 16 - Open vraag

la chica inteligente

Slide 17 - Open vraag

zet in het meervoud:
el profesor simpático

Slide 18 - Open vraag

zet in het meervoud:
la chica genial

Slide 19 - Open vraag

zet in het meervoud
la ciudad grande

Slide 20 - Open vraag

Tarea 1.6 + 1.7 expresar opinión
  • We vullen samen de woordenlijst in.
Ga nu naar je libro de alumno: 

  • página 33, ej. 3


  • Página 33, ej. 4

Slide 21 - Tekstslide

Vamos a hablar
Da tu opinión:

Matemáticas
La navidad
Música clásica

Slide 22 - Tekstslide

Gustar = houden van/leuk vinden
Me gusta la música rock. (Ik hou van rockmuziek)
Me gusta bailar. (Ik hou van dansen.)
Me gustan los gatos. (Ik hou van katten.)

Wanneer gebruik je gusta? En wanneer gustan?

Leerdoel: gustar

Slide 23 - Tekstslide

Gustar = houden van/leuk vinden
Me gusta + een zelfstandig naamwoord enkelvoud.
vb: Me gusta la música rock. (Ik hou van rockmuziek)
Me gusta + een werkwoord
vb: Me gusta bailar. (Ik hou van dansen.)
Me gustan + een zelfstandig naamwoord meervoud.
vb: Me gustan los gatos. (Ik hou van katten.)
No me gusta/n.... = ik hou niet van....
LET OP! je gebruikt een bepaald lidwoord
Leerdoel: gustar

Slide 24 - Tekstslide

Gustar
Om te vragen:
¿Te gusta......? Hou jij van....?
vb: ¿Te gusta el fútbol? (Hou je van voetbal?)
¿Te gustan....? Hou jij van....?
vb: ¿Te gustan los perros? (Hou je van honden?)
Leerdoel: gustar

Slide 25 - Tekstslide

A practicar
Maak uit je module van tarea 1.9
opdracht A en B
Módulo pág. 23
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link