Maw oefenen H12, 13, 14

Kernconcept:
Identiteit

Groepsvorming hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

Socialisatie hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

Aspecten van identiteit:

Persoonlijke identiteit

Sociale identiteit

Collective identiteit

Kernconcept:
Socialisatie

Socialisatie hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

Kernconcept:
Sociale institutie

Bij welk hoofdconcept hoort sociale institutie

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

Wat zijn de kenmerken van sociale instituties

Wat is een voorbeeld van een sociale institutie?

1. 
2. 
3. 
4. 

Kernconcept:
Staatsvorming

Staatsvorming hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

Noem 4 kenmerken van een staat:

Nationalistische school

1. Natie- staat
2. Staat -natie
3. Nederland
4. Friesland

Modernistische school

Nationalistische school

1.

2.

3.

Natie

Een etnie die zich ontwikkelingen in het proces van natievorming waarbij  de natie wordt gekoppeld aan een politieke gemeenschap/macht.

Etnie

Een groep mensen met een culturele identiteit heeft gedeelde herinneringen, ideeën over een gemeenschappelijke herkomst en een gemeenschappelijke taal

Staatsvorming

De institutionalisering van de politiek macht

Natie

Een etnie die zich ontwikkelingen in het proces van natievorming waarbij  de natie wordt gekoppeld aan een politieke gemeenschap/macht.

Invented traditions

Bedacht om bindingen met de staat en de sociale cohesie onderling te versterken --> een tool om een culturele identiteit te creëren door tradities.

Culturele identiteit

De binding met de natie die niet politiek is maar affectief.

Modernistische school

1. Natie- staat
2. Staat -natie
3. Nederland
4. Friesland

In een natiestaat leven er meer naties naast elkaar

1. Waar
2. Niet waar

Hoofdconcept:
Binding

Je baas betaald elke week je salaris.

1. Affectieve
2. Politieke
3. Economische
4. Cognitieve

https:

De avondklok zorgt voor het afnemen van sociale contacten. Hierdoor vallen veel bindingen weg die belangrijk zijn voor jongeren en dat heeft gevolgen dat jongeren zich niet kunnen ontwikkelen als zou moeten. Van welk paradigma is hier uitgegaan?

1. Functionalisme
2. Conflict
3. Sociaal-constructivisme
4. Rationele-actor

Kernconept:
Groepsvorming

Groepsvorming hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

OCIUO

1.

1.

1.

1.

1.

Oriëntatiefase

Conflictfase

Integratiefase

Uitvoeringfase

Ordefase

Dit is een voorbeeld van:

1. Formele-secundaire groep
2. Informele-primaire groep
3. Informele-secundaire groep
4. Formele-primaire groep

Kernconcept:
Sociale cohesie

Sociale cohesie hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

Wat versterkt de sociale cohesie?

Traditionele samenleving

Moderne samenleving

Mechanische Solidariteit

Productie gericht op eigen gebruik

Taboe op vernieuwing

Afwijkend gedrag word niet goed gekeurd

Organische solidariteit 

Individualiteit

Marktproductie

05:25

Hoe kun je dit koppelen aan de huidige coronacrisis? Gebruik in je antwoord

Collectieve goederen

- iedereen betaalt er aan mee

- iedereen profiteert mee

- ze zijn non-exclusief

- de overheid zorgt ervoor

05:25

Dit is een voorbeeld van:

Kernconcept:
Democratisering

Democratisering hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

https:

Is hier sprake van democratisering?

1. Ja, er zijn verkiezingen geweest
2. Nee, mensen worden gearresteerd als ze in opstand komen
3. Ja, de jongeren mogen hun stem laten horen in protesten
4. Nee, er wordt veel geweld gebruikt

Identiteit en bindingen vanuit politicologisch opzicht. ( 5 antwoorden)

02:12

Dit is een voorbeeld van de Nederlands multiculturele samenleving

1. Waar
2. Niet waar

08:23

08:40

Vul de hypothese in:
Als _____van migranten afneemt dan neemt ook de ______tussen hen en de Nederlanders af

02:25

De poolse kerken zijn een voorbeeld van:

1. Dominante cultuur
2. subcultuur
3. tegencultuur
4. Multiculturele samenleving

Iemand met een marrokaanse naam wordt minder snel aan genomen.
Dit is een voorbeeld van:

1. Positieverwerving
2. Positietoewijzing

Een migrant die de Nederlandse taal aan het leren is
Dit is een voorbeeld van:

1. Positieverwerving
2. Positietoewijzing

Functionele identificatie

Normatieve identificatie

Emotionele identificatie

Nadruk licht op het lidmaatschap van iemand

Nadruk ligt op de inbreng van de normen van een groep in een debat.

Nadruk ligt op het gevoel van verbondenheid met de groep

Meer Europeaan of Nederlander?

De wereld draait door behandeld maar enkele groepen in de samenleving

Functie gaat boven etniciteit

Hoofdstuk 14

Kernconcept:
Institutionalisering

Institutionalisering hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

Kernconcept:
rationalisering

rationalisering hoort bij hoofdconcept:

1. Vorming
2. Binding
3. Verandering
4. Verhouding

Voordelen Rationalisering

Nadelen rationalisering