5.4 Voortplanten MH

5.4 Voortplanten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4 Voortplanten

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 5.3
Voorkennis vorige paragraaf: 5.3 Planten groeien

Slide 2 - Tekstslide

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 3 - Sleepvraag

+
+
Reactieschema van de fotosynthese
Glucose
Water
Licht
Koolstofdioxide
O2

Slide 4 - Sleepvraag

Waar in de cel vindt fotosynthese plaats? 
Fotosynthese
1
2
3
4
5

Slide 5 - Sleepvraag

Leerdoelen 5.4: Voortplanten
  1. Je kunt de delen van een bloem in een afbeelding benoemen.
  2. Je kunt beschrijven hoe de meeldraden en stamper zijn gebouwd en waarvoor ze zijn.
  3. Je kunt uitleggen hoe bestuiving gaat en hoe dat bij verschillende bloemen gebeurt.
  4. Je kunt beschrijven hoe de zaden in een bloem ontstaan.
  5. Je kunt manieren opnoemen van hoe zaden zich verspreiden






Slide 6 - Tekstslide

5.4 voortplanten
Een plant krijgt bloemen voor de voortplanting.
Dat betekent dat er nieuwe planten ontstaan.

Uit welke delen bestaat een bloem eigenlijk?

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Onderdelen van een bloem met de functie
Bloembodem: Hierop zitten andere delen van de bloem vast.
Kelkbladeren: groene blaadjes, beschermen de bloem tegen kou, uitdroging, en beschadiging als de bloem in de knop zit.
Nectarkliertjes: Klieren onderin de bloem, die nectar maken= zoete stof die insecten eten.
Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes, hiermee lokt de plant insecten.
Stamper: middenin de bloem, is voor de voortplanting
Meeldraden: staan rondom stamper, zijn voor voortplanting

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

J  

Slide 11 - Tekstslide

De stempel, stijl en het vruchtbeginsel samen heet de stamper. In het vruchtbeginsel zit een zaadbeginsels. In een zaadbegincel zit een eicel. 

Slide 12 - Tekstslide


De helmknop en het helmdraad vormen samen de meeldraad

De stuifmeelkorrels zijn de mannelijke voortplantingscellen, te vergelijken met zaadcellen van mensen. 

Slide 13 - Tekstslide

Bestuiving=
 "stuifmeel van de meeldraden van een bloem gaan naar de stamper van een bloem van dezelfde soort plant"

Dit kan zijn eigen vrouwelijke deel zijn. (=zelfbestuiving)
Of het vrouwelijke deel van een andere bloem. (=kruisbestuiving)

Slide 14 - Tekstslide

Hoe heet het proces
op het plaatje?
A
overdrachtbestuiving
B
zelfbestuiving
C
kruisbestuiving
D
automatische bestuiving

Slide 15 - Quizvraag

Bestuiving
Bestuiving gebeurt door insecten of door de wind


Slide 16 - Tekstslide

Bestuiving
Bestuiving gebeurt door insecten of door de wind



Slide 17 - Tekstslide

Verschil insectenbloem en windbloem

Slide 18 - Tekstslide

Insectenbloem
Windbloem
geen 
kroonbladeren
nectar
meeldraden 
in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel
kleverig

Slide 19 - Sleepvraag

Een insectenbloem heeft opvallende kroonbladeren om insecten te lokken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding

BOVEN: insectenbloem

ONDER: windbloem


A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

In de film in de volgende dia wordt de levenscyclus van een tomatenplant  zoals je deze in bron 7 hiernaast ziet uitgelegd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hoe worden zaden verspreid?
Op 3 manieren:
1. Door de wind
2. Door dieren
3. Door de plant zelf

De volgende dia laat een filmpje zien waarin deze 3 manieren van zaadverspreiding verder worden uitgelegd. 

Slide 24 - Tekstslide

Maken:
Paragraaf 5.4 

Slide 25 - Tekstslide