LES 2: Reuma, Osteoporose en artrose

1 / 63
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 63 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over Reuma?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Feiten over Reuma
Reuma omvat meer dan 100 chronische aandoeningen aan 
gewrichten, pezen en botten.

Ruim 2,3 miljoen Nederlanders hebben reuma.

Iedereen kan reuma krijgen, op elke leeftijd. Ruim de helft van de mensen met reuma is jonger dan 65 jaar.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 categorieen
Ontstekingsreuma: Dit veroorzaakt ontstekingen die onder andere gewrichten beschadigen. Voorbeeld is reumatoïde artritis. 

Artrose: waarbij het kraakbeen in gewrichten langzaam verdwijnt.

Weke-delen reuma: dat pijn veroorzaakt aan onder andere spieren, banden, pezen en het kapsel om gewrichten. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Reuma
  • Artrose
  • Ziekte van Bechterew
  • Fibromyalgie
  • Jeugdreuma
  • Botontkalking
  • Reumatoide Atritis
  • Jicht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen
  • Ochtendstijfheid van gewrichten
  • Zwelling
  • Pijn
  • Symmetrische klachten
  • Verandering in het gewricht - knobbels
  • Vermoeidheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling Reuma
  • Medicatie
- Pijnbestrijding
- Corticoseroiden; Prednison
- MTX
- Biologicals
  • Fysiotherapie
  • Ergotherapie
  • Operatief

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptoom hoort niet in het rijtje thuis voor reumatoïde artritis
A
Pijn
B
Functieverlies
C
Spierstijfheid
D
Stijfheid van de gewrichten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je sporten als je reuma hebt?
A
Ja, en dan zo intensief mogelijk
B
Nee, zo min mogelijk doen is het beste
C
Soms, maar niet meer dan eenmaal per week
D
Ja, matig intensief en minimaal een half uur per dag

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is reumatoïde artritis een auto-immuumziekte?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste symptomen bij reuma zijn?
A
Koorts, pijn en vermoeidheid
B
Pijn, stijfheid en vermoeidheid
C
Pijn, vermoeidheid en slapeloosheid

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaat je zorg uit als verzorgende bij patienten met reuma of artrose?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk ziektebeeld zie je hier
afgebeeld?
A
Artrose
B
Reumatoïde artritis
C
Osteoporose
D
Jicht

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Artrose
Reumatoide artritis
Osteoporose
Jicht
Dunner worden van het  gewrichtskraakbeen door ouder worden, overgewicht en
overbelasting 


Auto immuunziekte 
Botontkalking:
Bot verliest steeds meer botmineralen en kalk
Te veel  aan urinezuur.
Te hoge productie van urinezuur van het lichaam zelf of door dieet.



Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel Nederlanders hebben reuma?
A
Minder dan 1 miljoen
B
Meer dan 3 miljoen
C
Meer dan 2 miljoen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste klachten bij reuma zijn?
A
Koorts, pijn en vermoeidheid
B
Pijn, stijfheid en vermoeidheid
C
Pijn, vermoeidheid en slapeloosheid

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is reuma erfelijk?
A
Ja, reuma is altijd erfelijk
B
Alleen als je reuma krijgt op jonge leeftijd
C
Nee, het heeft niets met erfelijkheid te maken
D
Sommige reumatische aandoeningen wel en andere niet

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Reuma komt vooral voor bij oudere mensen.

A
Nee, 60% is jonger dan 65 jaar
B
Ja, 60% is ouder dan 70 jaar

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Artritis

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voeding
Bij sommige vormen van reuma:
slikklachten
darmklachten 

Medicijnen:
De ontstekingsremmer Prednison kan leiden tot overgewicht, osteoporose en maagdarmklachten, dunne huid, verhoogde bloedglucose

Belangrijk:
Calcium en vitamine D
Gezonde voeding

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips bij eten en drinken
  • Aangepast bestek: verdikt, verlengd of gebogen. Bijvoorbeeld met isolatiemateriaal voor verwarmingsbuizen
  • Kopjes en bekers met een groot oor, twee oren of juist geen oren
  • Lichtgewicht bekers en servies, zoals campingserviesgoed
  • Een antislipmatje: dit voorkomt dat het bord wegschuift




Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips!
  • Zwenkkraan i.p.v. draaiknoppen
  • 'Helping hand' (een grijphulp)
  • Aangepaste afwaskwasten, bijvoorbeeld met een verdikt handvat
  • Spons in plaats van kwast om mee af te wassen
  • Wissertje in plaats van vaatdoekjes om het aanrecht schoon te maken
  • Een keramische kookplaat voorkomt pannen optillen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer tips!
  • Geschilde aardappelen
  • Voorverpakt en kleingesneden vlees
  • Voorgewassen gesneden groenten
  • Snijplank met verstelbare klem
  • Elektrisch mes
  • Pizzasnijder, ook handig voor boterhammen
  • Melkpakopener



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je weten of leren?

Slide 43 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij osteoporose?

Slide 44 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

OSTEOPOROSE
Osteoporose is een chronische aandoening van het skelet, waarbij de botsterkte afneemt.
Vrouwen meer dan mannen (2:1)
2022/ 900.000 mensen                1.300.000 in NL.

Minder botmassa maar ook een verandering in de structuur van het bot, hierdoor is de sterkte (nog) minder. Botbreuken zijn dan ook meestal het eerste signaal om te starten met nader onderzoek naar osteoporose.

Slide 45 - Tekstslide

Gegeneraliseerde osteoporose (zit overal in het lichaam, vooral bij vrouwen)

Primaire osteoporose
       - veroudering
Secundaire osteoporose
       - endocriene stoornissen
       - voedingsdeficiënties
       - gebruik van corticosteroïden


Je botten; opbouw en afbraak
Osteoporose: afnemen van de botsterkte. 
Heeft te maken met het proces van botafbraak en botopbouw. DIT GAAT HET HELE LEVEN DOOR!!!!!

Tot ongeveer het 25e jaar kent dit proces een positieve balans: de opbouw is groter dan de afbraak. De botsterkte neemt dus toe. Dan volgt een stabiele periode van 10 jaar

Slide 46 - Tekstslide

Toename botafbraak geeft verminderde sterkte van de botbalkjes - door afbraak van de balkjes - dus meer kans op breuken.

Afname botaanmaak  - de structuur blijft weliswaar in tact - maar de balkjes worden dunner 


OSTEOPOROSE
Vanaf het 35e levensjaar gaat je lichaam meer bot afbreken dan er wordt aangemaakt. Hierdoor ontstaat botontkalking (deze term is niet helemaal correct, maar wordt wel veel gebruikt)

Slide 47 - Tekstslide

Verstoring evenwicht botaanmaak vs. botafbraak. 

RANK-L stimulerend o.a. PTH (Parathyroïdhormoon)https://nl.wikipedia.org/wiki/Parathormoon,glucorticoïden,prostoglandine

RANK-L remmend: OESTROGEEN (vrouwen) post menopausale vrouw (overgang). Afbraak > aanmaak
Tot 25e levensjaar botafbraak (resorptie) = botaanmaak 

Na 35e jaar botafbraak > botaanmaak

Slide 48 - Tekstslide

Verlaagde botmassa
Ca2+ ten opzichte van collageen is normaal* (anders osteomalacie)
Verstoring evenwicht botaanmaak vs. 
botafbraak

*ontkalking is dus een verkeerde term 

Toename botafbraak geeft verminderde sterkte van de botbalkjes - door afbraak balkjes - = meer kans op breuken

Afname botaanmaak ----> structuur van de balkjes blijft in tact maar ze worden dunner. 

OORZAKEN
  • erfelijke aanleg
  • leeftijd (> 55 jaar)
  • geslacht gebruik corticosteroïden
  • roken (?)
  • te weinig lichaamsbeweging
  • hormonale veranderingen (overgang)
  • te geringe inname of opname van calcium of vitamine D
  • voedingsdeficiëntie (ongezonde voedingsstoffen)
  • en nog 15 andere oorzaken

Slide 49 - Tekstslide

positieve familie anamnese
langdurige amenorroe (geen menstruatie)
langdurig gebruik corticosteroïden

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor botontkalking?
A
Osteoporose
B
Osteocracoom
C
Osteocytose
D
Osteoblastose

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij osteoporose neemt de botdichtheid af, de botafbraak gaat sneller dan de botopbouw.
Welke vitamine ondersteund botaanmaak?
A
vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 52 - Quizvraag

Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. Bij osteoporose worden je botten minder stevig en minder sterk, doordat de botdichtheid afneemt. De structuur van je bot verandert en gaan er vanbinnen meer als een spons uitzien. Door de zwakkere botten én de veranderde botstructuur heb je sneller last van botbreuken.
Waarom hebben vrouwen vaker een heupfractuur dan mannen?
A
Vrouwen vallen vaker
B
Mannen hebben sterkere gewrichten
C
Vrouwen hebben meer last van botontkalking
D
Mannen slikken meer Vitamine D

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klachten/verschijnselen 
(micro)fracturen = kleine breuken

  • spontaan "heel onschuldig" of "er gebeurde eigenlijk niets"
  • door een een val of een verdraaiing van een gewricht



Slide 54 - Tekstslide

De klachten die kunnen optreden bij osteoporose zijn divers. De meest klassieke verschijnselen zijn het oplopen van botbreuken en het verlies van lengte. Andere verschijnselen zijn bijvoorbeeld klachten in de organen, evenwichtsverlies, een verminderd energieniveau, slecht slapen en emotionele problemen.

Ook pijnklachten in je rug (zonder direct aanwijsbare oorzaak) kunnen een eerste signaal zijn. Vooral (lage rugpijn) kan veroorzaakt zijn door een ingezakte(=gebroken) ruggenwervel. Die breuk gaf geen directe pijn, je bent gewoon een stukje kleiner geworden. Maar daardoor is wel de stand van je ruggengraat anders. Zenuwen en spieren daaromheen kunnen dan klachten gaan geven.
Verschillende stadia in de verandering aan de rugwervels door osteoporose.
Breuk van de 11e ruggenwervel na val van de fiets


Slide 55 - Tekstslide

Het eerste signaal is meestal een gebroken bot. Een fractuur in medische kringen.
Dat merk je zelf natuurlijk direct als het een vinger, arm, been, pols, heup is.

Een wervelbreuk (wervelinzakking) geeft niet altijd directe klachten.
Toch is dat ook een breuk, ondanks het feit dat de term “wervelinzakking” wat minder alarmerend lijkt……….maar wel is!
Een botbreuk ( en je bent boven de 50) is het signaal voor het starten van een diagnoseonderzoek naar de sterkte en dichtheid van je botten. De oorzaak van die breuk, echt een stevige klap of zomaar omdat je een traptrede miste……is daarbij minder belangrijk.
Standsafwijkingen, spierpijn, zenuwpijn en verminderde longfunctie  
Darm- en blaasklachten, omdat organen in de knel komen

Slide 56 - Tekstslide

Ook pijnklachten in je rug (zonder direct aanwijsbare oorzaak) kunnen een eerste signaal zijn. Vooral (lage rugpijn) kan veroorzaakt zijn door een ingezakte(=gebroken) ruggenwervel. Die breuk geeft meestal geen directe pijn, je bent gewoon een stukje kleiner geworden. Maar daardoor is wel de stand van je ruggengraat anders. Zenuwen en spieren daaromheen kunnen dan klachten gaan geven.
DIAGNOSE ONDERZOEKEN
Een botbreuk kan osteoporose betekenen. Dan ben je niet uniek, want in Nederland hebben ongeveer 1 miljoen mensen osteoporose. 

De aandoening wordt meestal pas ontdekt na een botbreuk, tenminste als je een alerte zorgverlener hebt.

Eigenlijk zouden ziekenhuizen dit onderzoek aan moeten bieden bij iedere 50-plusser, die iets breekt! 

Je kunt daarom ook zelf om een onderzoek vragen. ( 50+ en een breuk) De kans dat u opnieuw iets breekt, is na een 1e botbreuk erg groot en de volgende breuk is wellicht minder onschuldig.

Slide 57 - Tekstslide

Er zijn 4 diagnostische stappen vastgelegd in de richtlijn:
1. Meten van botdichtheid met een DEXA. (DXA)
2. Controle op wervelbreuken, met een  VFA of röntgenopname.
3. Laboratorium onderzoeken.
4. Valrisico analyse

Elke stap is belangrijk om het risico te bepalen en welk persoonlijk advies bij iemand past.

Stap 1. De botdichtheid wordt uitgedrukt in de T-score. Hoe lager de botdichtheid hoe groter de kans op een botbreuk:
T-score tussen de +1 en -1: er is geen probleem.
T-score tussen de -1 en -2,5: osteopenie (verminderde botmassa)
T-score -2,5 of lager: osteoporose

Stap 2. Een moderne DEXA scanner kan meestal ook een VFA opname maken. Belangrijk !
Dat is een (laag vermogen) röntgenopname van alle ruggenwervels. Zo kan men vaststellen of er schade is aan een of meerdere wervels.

Stap 3. Laboratoriumonderzoeken
Je arts zal ook een aantal bloedonderzoeken aanvragen. Daarmee zoekt men naar eventuele onderliggende oorzaken voor osteoporose.
Dat is niet alleen om vitamine D en calcium vast te stellen, maar met de set bloedtesten zijn andere veel voorkomende oorzaken op te sporen, die mede oorzaak kunnen zijn van de lage botmassa.

Stap 4. Valrisico analyse
De combinatie van lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek en een serie persoonlijke vragen komt bij elkaar in een valrisico analyse. Met een korte vragenlijst zal de arts of verpleegkundige je persoonlijke valrisico in kaart brengen.

Slide 58 - Link

Deze slide heeft geen instructies

BEHANDELING
Een effectieve therapie (behandeling) van osteoporose is nog niet zo eenvoudig. Osteoporose is een chronische aandoening. Dat wil dus zeggen dat deze niet 100% te genezen is! 

Je zit de rest van je leven met een skelet dat (wat) zwakker is dan je zou wensen. Er is ook geen “wonder-pil” of “wonder-injectie” om dit voor je op te lossen.


Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEEFSTIJLADVIEZEN
Een aanpassing van het voedings- of leefstijlpatroon kan een groot verschil maken 
Voldoende zuivelproducten eten of drinken (zit kalk in). Deze maken het bot sterker. 
Regelmatig buiten bewegen - 30 minuten/vitamine D
Matig zijn met alcohol en koffie. Stop met roken
Let op de juiste houding. Een bezoek aan de fysiotherapeut voor houdingsadviezen kan helpen.

Slide 60 - Tekstslide

Medicijnen 

Bisfosfonaten. Deze gaan de botafbraak tegen. Middelen worden toegediend via een infuus (eenmaal per jaar of elke 3 maanden) of via tabletten. Meestal geldt dit voor een periode van 5 jaar. 

Injecties met denosumab. Deze remmen de botafbraak en bevorderen de botopbouw. De injecties worden elk half jaar gegeven. Dit gebeurt in het ziekenhuis, door de huisarts. Ook denosumab wordt vaak voor een periode van 5 jaar voorgeschreven, waarna besloten wordt wel of niet doorgaan.

Injecties met teriparatide. Deze stof lijkt op het hormoon van de bijschildklier en stimuleert de botopbouw. De injecties worden dagelijks uitgevoerd voor maximaal 24 maanden. Daarna volgt een behandeling met een bisfosfonaat of met denosumab.

Calciumtabletten met vitamine D3. Of aparte tabletten of vloeistof met vitamine D3.

Pijnstillers. Deze worden voorgeschreven bij pijn na een botbreuk.

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZELF TESTEN
De formele risicotest uit de CBO Medische Behandelrichtlijn.
Aan de hand van deze korte vragenlijst kun je snel zelf vaststellen wat je persoonlijke risico is. 

Heb je 4 of meer vragen met JA beantwoord dan heb je een verhoogd risico en dan is het verstandig om contact op te nemen met uw huisarts.

Slide 62 - Tekstslide

Vragen

Is uw gewicht lager dan 60 kg of heeft u een BMI lager dan 20 kg/m2 ?
 Nee
 ja

Wat is uw leeftijd?
 Jonger dan 60
 Tussen 60 en 70
 Ouder dan 70

Heeft u een botbreuk gehad na uw 50ste?
 Nee
 ja

Heeft één van uw ouders ooit een heup gebroken?
 Nee
 ja

Heeft u een slechte mobiliteit (4 weken of langer niet kunnen lopen)?
 Nee
 ja

Heeft u reumatoïde artritis?
 Nee
 ja

Bent u de afgelopen 12 maanden meer dan 1 keer gevallen?
 Nee
 ja

Heeft u diabetes, COPD, inflammatoire darmziekte (ontsteking aan de darm), verhoogde schildklierwerking of epilepsie?
extra tekst invoegen met meer uitleg
 Nee
 ja

Heeft u langer dan 3 maanden glucocorticoïden gebruikt?(cortison, hydrocortison, prednison, methylprednisolon, triamcinolon, dexamethason of betamethason)
 Nee
 ja

Score
0

Is je persoonlijke score 4 punten of meer dan heb je een verhoogd risico en is het advies contact op te nemen met de huisarts.
Vragen?

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies