BS 7.6: transplantaties en bloedtransfusies

BS 7.6: transplantaties en bloedtransfusies
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 7.6: transplantaties en bloedtransfusies

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Terugblik BS 7.5 (deel 2)
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg BS 7.6
  4. Wat hebben we geleerd?
  5. Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik 7.5 (deel 2)
  1. Wanneer bouw je natuurlijke immuniteit op?
  2. Wat is het verschil tussen de eerste en tweede infectie?
  3. Welke twee soorten kunstmatige immuniteit is er?
  4. Wat gebeurt er bij deze twee soorten kunstmatige immuniteit?
  5. Hoe bestrijdt je bacteriën en virussen?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de problemen beschrijven die door het afweersysteem worden veroorzaakt bij transplantaties en auto-immuunziekten
  • Je kunt beschrijven welke rol bloedfactoren kunnen spelen bij bloedtransfusies en welke rol de resusfactor kan spelen bij zwangerschap

 

Slide 4 - Tekstslide

Transplantatie
Een aangetast weefsel of orgaan wordt vervangen door een ander weefsel of orgaan van:
  • Patiënt zelf
  • Van verwant persoon (donor)
Afstotingsverschijnselen = lichaam maakt antistoffen aan op het lichaamsvreemde weefsel

 

Slide 5 - Tekstslide

Tranplanteerbare organen:
  • Oogweefsel
  • Hartklep
  • Lichaamsslagader
  • Hart
  • Longen
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Nieren
  • Dunne darm
  • Huid
  • Botweefsel

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een auto-immuunziekte?

Slide 7 - Open vraag

Auto-immuunziekte
  • Ziekte waarbij het afweersysteem een lichaamseigen eiwit niet meer herkent
  • Bv reuma, coeliakie (gluten (eiwitten) allergie), ziekte van Crohn (darmontsteking )
  • Gevolg: er worden antistoffen gevormd tegen het lichaamseigen eiwit. Cellen met dit eiwit worden vernietigd


Slide 8 - Tekstslide

Welke bloedgroepen zijn er?

Slide 9 - Open vraag

Bloedfactor
= een stof op het celmembraan van rode bloedcellen die als antigeen werkt voor iemand die deze stof niet heeft


Verschillende bloedfactoren:
  • Bloedfactor A
  • Bloedfactor B
  • Resusfactor

Slide 10 - Tekstslide

Bloedgroepen
Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep 0 (nul)

Het bloedplasma bevat een antistof tegen de bloedfactor die niet op de rode bloedcellen zit

Slide 11 - Tekstslide

Antilichamen
Antigenen
Anti-A
Geen
Anti-A + Anti-B
Anti-B
A
Geen
B
A + B

Slide 12 - Sleepvraag

Resusfactor
  • Bij resuspositief bloed (Rh+) bevatten de rode bloedcellen de resusfactor
  • Bij resusnegatief bloed (Rh-) bevatten de rode bloedcellen de resusfactor niet
Mensen met Rh-, kunnen antiresus (= antistoffen) maken. Zij maken dit als zij in contact komen met Rh+


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Donorbloed:
  • Bij voorkeur zelfde bloedgroep en resusfactor
  • Rode bloedcellen klonteren samen als de bloedfactor van de donor reageert met de antistof van de ontvanger

Slide 15 - Tekstslide

Donorbloed:
  • Bloedgroep 0 is de algemene donor
  • Bloedgroep AB is de algemene ontvanger

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Opdrachten maken (GT)
Rood = voor
huiswerkcontrole van
maandag 21 nov.!


Klaar? Ga aan de slag met de 
leerdoelenlijst van thema 6
Basisstof
Opdrachten
7.1
1 t/m 4
7.2
5 t/m 7
7.3
8 t/m 12
7.4
16 t/m 22
7.5 (deel 1)
23 
7.5 (deel 2)
24 t/m 26
7.6
29 t/m 35

Slide 18 - Tekstslide