Oefentoets F-gassen

Het H-log p diagram heeft allemaal lijnen waar staan deze lijnen voor?
1 / 30
volgende
Slide 1: Woordweb
installatietechniekMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het H-log p diagram heeft allemaal lijnen waar staan deze lijnen voor?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is enthalpie?
A
W/kg koudemiddel
B
kJ/kg koudemiddel
C
Energievermogen van compressor
D
Het netto koeleffect in kg/J

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Isobaar

Isotherm

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

compressor warmte
Oververhitte persgas warmte
condensatie warmte
onderkoellingswarmte
Verdamingswarmte
Oververhitte zuiggaswarmte

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Afbeelding is Zeotropisch
B
Afbeelding is Azeotropisch

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er bij een overvulling van koude middel in het systeem?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de druk waarde bij een lekproef na herstelwerkzaamheden?
A
Deze is kleiner of gelijk aan 1,1 x Ps
B
Deze moet kleiner of gelijk aan 270 Pascal zijn
C
Deze is afhankelijk van de omgevingstemperatuur
D
Gelijk aan 55 graden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat een volledige installatiecontrole na reparatie?

Slide 9 - Woordweb

Afpersen, vacumeren en lektest van de koude installatie
Wat moet er wettelijk vermeld staan in het apparatien register (logboek)?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gegevens moeten, zijn opgenomen in het logboek?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem redenen waarom een installatie moet worden ontdaan van koudemiddel

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet er tijdens het hardsolderen een inert gas doorheen stromen?
A
De temperatuur te verlagen van de binnenkant van het koper
B
Door een betere capillaire verbinding te krijgen tijdens solderen
C
Oxidedeeltjes die de olie en koudemiddel afbreken
D
Moleculenverhouding van koper en soldeerverbinding te waarborgen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Carburerende vlam
Reducerende vlam
Oxiderende vlam

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste vlaminstelling tijdens het hardsolderen?
A
Licht carburerende vlam
B
Ruim oxiderende vlam
C
Absorberende vlam

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is tijdens het solderen de taak van het vloeimiddel?
A
Oxiden oplossen en nieuwe oxidatie tegen gaan
B
Het soldeer langer vloeibaar maken
C
De smelttemperatuur van het soldeer verlagen
D
De soldeer tot de uiterste hoeken laten vloeien

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren is een koudemiddel afhankelijk?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Drukbereik (PS)

Brandbaarheid

Giftigheid/toxiciteit

Verbrandingswarmte

Brand versnellende werking

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet brandbaar koudemiddel wordt aangegeven met A1 of B1. Wat is het verschil tussen A of B?
A
A is een anorganische stof en B is beter voor het milieu
B
A is een stof die zichzelf afbreekt en B niet
C
A heeft een hogere drukbereik en B niet
D
A heeft een lage toxiciteit en B niet

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er opgenomen in het Kyoto protocol?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de PGS 15 voor?
A
De norm voor opslag en transport
B
De norm voor het algemene klimaatakkoord
C
De norm voor gefluoreerde broeikasgassen en intrekking van Verordening
D
De norm voor maximaal aantal vullingen per jaar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De COP van een warmtepomp geeft de verhouding aan tussen:
A
De totale opgenomen stroom t.o.v. het elektrisch vermogen
B
De afgegeven warmte van de condensor t.o.v. toegevoerde compressie-energie.
C
De opgenomen compressie-energie en het afgegeven vermogen van de verdamper

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
COP waarde is: D / E
B
COP waarde is: F / E
C
COP waarde is : G / C
D
COP waarde is: (A+B) / C

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er opgenomen in het Montreal protocol?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er veroorzaakt worden door vocht in een koelinstallatie?
A
De soldering komt een oxidelaag op en breekt het koudemiddel af
B
De pers- en zuigdruk lopen op
C
De verdamper en condensor worden geregenereerd waardoor het systeem vast loopt
D
De compressor krijgt een Burn-out

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met de EER-waarde?
A
Verhouding tussen aandrijfvermogen en condensorcapaciteit
B
Verhouding tussen koelcapaciteit en aandrijfvermogen
C
Geeft de grootte van een installatie weer aan de hand van het volume

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
EER is: E / D
B
EER is: F / C
C
EER is: F / E
D
EER is: B / E

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies