Electriciteit BUM les 2

Welkom!
Elektriciteit



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Elektriciteit



Slide 1 - Tekstslide

Stroomkring:

Slide 2 - Tekstslide

Stroomkring
Je komt in huis allerlei apparaten tegen die op elektriciteit werken. 
Apparaten die veel elektrische energie nodig hebben, zoals een stofzuiger of een wasmachine, sluit je aan op het lichtnet. 

Andere apparaten halen de elektrische energie die ze nodig hebben uit
batterijen of accu's

Slide 3 - Tekstslide

Een gesloten stroomkring 
Om een lampje te laten branden, moet je er een elektrische stroom doorheen laten
lopen. 

Dat lukt alleen als je een gesloten stroomkring maakt. 

Bijvoorbeeld van de ene kant van een batterij naar het lampje, door het lampje, en weer terug naar de andere kant van de batterij (figuur 1).

Slide 4 - Tekstslide

Een gesloten stroomkring
Als het lampje brandt, verbruikt het elektrische energie. 
Die energie wordt geleverd door de batterij. 
De elektriciteitssnoeren vervoeren de elektrische energie van de batterij naar het lampje. 
Op deze manier zit elke stroomkring in elkaar. 

Je hebt altijd ie maken met:
• een spanningsbron die elektrische energie levert;
• verbindingen die de elektrische energie vervoeren;
• een of meer apparaten die de elektrische energie verbruiken,

Slide 5 - Tekstslide

Isolerende en geleidende stoffen
Er zijn verschillende manieren om de onderdelen van een stroomkring met elkaar te verbinden. Bij proeven met elektriciteit gebruik je daar snoeren voor. De elektrische stroom loopt door de koperdraad die binnen in zo'n snoer zit. De buitenkant van het snoer is van plastic of rubber. Daar loopt geen elektrische stroom doorheen (figuur 2).

Slide 6 - Tekstslide

Geleiders
Stoffen waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen, worden geleiders genoemd. 

Alle metalen zijn geleidets, maar het ene metaal geleidt beter dan het andere. Koper en aluminium geleiden bijvoorbeeld beter dan ijzer en lood. 
Koolstof is geen metaal, maar in sommige gevallen is koolstof toch een geleider.

Slide 7 - Tekstslide

Isolatoren
Stoffen die een elektrische stroom niet of heel slecht doorlaten, noem je isolatoren. Voorbeelden zijn rubber, glas en de meeste soorten plastic. Als een vaste stof geen metaal is, gaat het bijna altijd om een isolator. 

Ook lucht is een goede isolator.

Slide 8 - Tekstslide

Schakelaar
In een gesloten stroomkring loopt de stroom door de
geleidende delen van snoeren, lampjes of apparaten.
Met een schakelaar kun je de stroom in en uitschakelen
(figuur 3).
Als Je de stroom inschakelt, komen twee geleidende delen in de schakelaar met elkaar in contact. De stroomkring wordt. zo gesloten.

Slide 9 - Tekstslide

Schakelaar
Als je met de schakelaar de
stroom uitschakelt, is er geen geleidende verbinding meer.
De stroomkring is dan open en de elektriciteit kan niet meer
naar de lamp stromen. Bij een open stroomkring kan de lamp dus niet branden.

Slide 10 - Tekstslide

Elektrische stroom
Als je een lampje op een batterij aansluit, gaat er een stroom door het lampje lopen. Zo'n elektrische stroom bestaat uit kleine deeltjes die door de geleidende materialen bewegen. 
Je zegt dat de stroom van 'plus naar min loopt':  van de pluspool van de batterij door het lampje naar de minpool.

Slide 11 - Tekstslide

Stroommeter
Met een stroommeter kun je meten hoe 'sterk' de elektrische stroom door een stroomkring is. 
De stroomsterkte geeft aan hoeveel deeltjes er In één seconde op een bepaalde plek in de stroomkring voorbij komen. 
Hoe meer deeltjes er per seconde voorbij komen, hoe groter de stroomsterkte.

Slide 12 - Tekstslide

Stroomsterkte
De eenheid van stroomsterkte is de ampère (A)
Een stroommeter wordt daarom ook wel een ampèremeter genoemd.  Als de stroomsterkte klein is, meet je de stroom vaak in milli-ampere (mA).

Slide 13 - Tekstslide

stroommeter
Het maakt niet uit waar je een stroommeter In de stroomkring opneemt: link, of rechts
van het lampje. De stroomsterkte is namelijk op elke plaats in de stroomkring even groot
(figuur4)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide