4K CH2 Creative Minds Pitfalls

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Pitfalls
Hello students: make notes please!

Slide 2 - Tekstslide

Pitfalls
  • "To" en "Too"
  • "Than" en "Then" 
  • "Your" en "You're"
  • "Its" en "It's"
  • "Their", "There" en "They're"
  • "Where", "Were" en "We're"

Slide 3 - Tekstslide

"To" en "Too"
  • "To"= naar/ aan; om te
  • "Too"= te; ook

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. Ik geef geld aan mijn neefje
  • I give money to my cousin
  1. Ik weet het niet om eerlijk te zijn
  • I don't know to be honest

  1. Je bent te eerlijk
  • You are too honest
  1. Ik wil ook een ijsje
  • I want Ice cream too

Slide 5 - Tekstslide

"Than" en "Then"
  • "Than"= dan (vergelijken)
  • "Then"= toen; dan (geeft een tijd aan)

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. Ik vind de witte scooter mooier dan de zwarte
  • I think the white scooter is prettier than the black one
  1. Patat is lekkerder dan franse frietjes
  • Fries are tastier than French fries 

  1. Toen was zij nog 12
  • Back then, she was only 12
  • Ik zie je dan
  • I'll see you then

Slide 7 - Tekstslide

"Your" en "You're"
  • "Your"= jouw
  • "You're"= jij bent 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. Dit is jouw boek 
  • This is your book
  1. Is dat jouw jas?
  • Is that your coat?

  1. Jij bent een mooi meisje
  • You're a beautiful girl
  1. Schiet op! Je bent langzaam
  • Hurry up! You're slow

Slide 9 - Tekstslide

"Its" en "It's"
  • "Its"= van hem/ haar/ het
  • "It's"= het is 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. Die vogel slaapt in zijn kooi
  • That bird is sleeping in its cage
  1. Geef de kat haar speeltje terug
  • Give the cat its toy back

  1. Het is niet van mij
  • It's not mine
  1. Het is mijn verjaardag 
  • It's my birthday

Slide 11 - Tekstslide

"Their", "There" en "They're"
  • "Their"= hun
  • "There"= er; daar
  • "They're"= zij zijn

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. Dit is hun mooie huis
  • This is their beautiful house

  1. Ik wil daar niet heen
  • I don't want to go there

  1. Zij zijn niet bang 
  • They're not afraid

Slide 13 - Tekstslide

"Where", "Were" en "We're"
  • "Where"= waar
  • "Were"= was of waren
  • "We're"= wij zijn

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. Waar is mijn potlood?
  • Where is my pencil? 

  1. Ze waren allemaal op tijd
  • They were all on time

  1. Wij zijn heel sportief
  • We're very sporty

Slide 15 - Tekstslide

GRAMMAR

Slide 16 - Tekstslide


        Pitfalls 

Slide 17 - Tekstslide

We're going ___ London next year.
A
two
B
to
C
too

Slide 18 - Quizvraag

When you bake cupcakes, you have ___ use the oven.
A
two
B
to
C
too

Slide 19 - Quizvraag

I love you ___.
A
two
B
to
C
too

Slide 20 - Quizvraag

Five plus ___ is seven.
A
two
B
to
C
too

Slide 21 - Quizvraag

Can we go ___ the supermarket now?
A
two
B
to
C
too

Slide 22 - Quizvraag

His music is ___ loud!
A
two
B
to
C
too

Slide 23 - Quizvraag

What's ____ name?
A
your
B
you're

Slide 24 - Quizvraag

I like ____ shoes.
A
your
B
you're

Slide 25 - Quizvraag

____ my best friend!
A
Your
B
You're

Slide 26 - Quizvraag

I think ____ older than her.
A
your
B
you're

Slide 27 - Quizvraag

I borrowed ____ pen.
A
your
B
you're

Slide 28 - Quizvraag

____ students.
A
Where
B
We're
C
Were

Slide 29 - Quizvraag

He says ____ stupid.
A
where
B
we're
C
were

Slide 30 - Quizvraag

____ do you live?
A
Where
B
We're
C
Were

Slide 31 - Quizvraag

We ____ just six years old.
A
where
B
we're
C
were

Slide 32 - Quizvraag

Most people have ___ hands.
A
two
B
to
C
too

Slide 33 - Quizvraag

Don't stay up ___ late!
A
two
B
to
C
too

Slide 34 - Quizvraag


They gave flowers .... their grandmother.
A
too
B
to

Slide 35 - Quizvraag


Sand the wood .... make it smooth.
A
to
B
too

Slide 36 - Quizvraag

The sequel is even worse ......the first film.
A
than
B
then

Slide 37 - Quizvraag

.......mix it all together.
A
Than
B
Then

Slide 38 - Quizvraag

For starters, look at ......design
A
you're
B
your

Slide 39 - Quizvraag

This is ....favourite film.
A
There
B
Their
C
They're

Slide 40 - Quizvraag

......both seventeen years old.
A
Their
B
They're
C
There

Slide 41 - Quizvraag

Do you want to go over .........?
A
Their
B
There
C
They're

Slide 42 - Quizvraag

..... big fans of our teacher!
A
Were
B
Where
C
We're

Slide 43 - Quizvraag

.......did you go on holiday?
A
Were
B
We're
C
Where

Slide 44 - Quizvraag

........late. You should get up earlier.
A
You're
B
Your

Slide 45 - Quizvraag

......both seventeen years old.
A
Their
B
They're
C
There

Slide 46 - Quizvraag

The museum needs to update ___ online schedule for summer.
A
it's
B
its

Slide 47 - Quizvraag

..... quiet easy once you understand.
A
its
B
it's

Slide 48 - Quizvraag

Well done everyone! 

Slide 49 - Tekstslide

Waar heb je nog een keer uitleg over nodig?



Of heb je nog andere vragen?

Slide 50 - Tekstslide