Burgerschap les 2: werking democratie

Burgerschap les 2: werking democratie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Burgerschap les 2: werking democratie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige week

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent democratie?
A
Het recht om te stemmen
B
Macht van het volk
C
Macht van de koning
D
Macht van het leger

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk in een democratie?
A
Koning, grondwet, harde straffen, gelijkheid
B
Eén partij, machtenscheiding, vrijheid, geen vrije media
C
vrijheid, gelijkheid, machtenscheiding, grondwet
D
iedereen mag stemmen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor democratie heeft Nederland?
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de grondwet?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over de politiek in Nederland?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het bestuur in Nederland
Regering = koning + minister-president + ministers

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bestuur in Nederland
Parlement = Eerste Kamer + Tweede Kamer (Staten Generaal)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regering
Ministers: iemand die beslist over een bepaald onderwerp. Bijvoorbeeld: onderwijs, defensie, asiel & migratie.

De minister bedenkt een wet.
De Tweede Kamer controleert de wet/stellen vragen/passen aan. Daarna stemmen: ja of nee?
De Eerste Kamer controleert of het klopt met de grondwet: goed? uitvoeren. niet goed? wet gaat niet door.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet maken
Kabinet Akhmetshina
Koningin: Khamida
Minister van...: Salima
Tweede Kamer: Yahya, Pilan, Alan, Hanna, Seyfulla
Eerste Kamer: Furkan, Ibo, Jakar, Yusuf, Rabia, Tamim


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet maken
Stap 1: de minister bedenkt een wet.
Stap 2: Tweede Kamer stelt (moeilijke) vragen.
Stap 2a: Tweede Kamer past de wet aan.
Stap 2b: de minister beslist: is het goed zo?
Stap 3: Eerste Kamer beslist: ja of nee?
Stap 4: de Koningin zet een handtekening

Slide 13 - Tekstslide

Controleren Eerste Kamer:
- Vrijheid meningsuiting
- Recht op onderwijs
- Recht op privacy
- Recht van gelijke behandeling
Regering
Minister-President
  • Baas van kabinet (= ministers + assistent van ministers)
  • Vertegenwoordigt Nederland
  • Adviseert koning
  • Heeft de leiding tijdens crisis
Dick Schoof

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regering
Koning:
  • Zet handtekening onder wetten
  • Contact met koning(inn)en en staatshoofden
  • Praat met Minister-President

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlement
Tweede Kamer:
  • 150 leden, gekozen door het volk
  • Controleren ministers
  • Veranderen/controleren wetten
  • Vergaderen over dingen in NL

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlement
Eerste Kamer:
  • 75 mensen (senatoren)
  • Leden gekozen door Provinciale Staten (= bestuur van de provincie)
  • Laatste controle van nieuwe wetten (past het bij de grondwet?)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft de macht in Nederland?
A
Parlement (Eerste en Tweede Kamer)
B
Regering (Koning + ministers)
C
Rechters
D
Allemaal

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit dat?
In Nederland hebben ze trias politica: scheiding der machten.
1. Wetgevende macht = Eerste & Tweede Kamer (Parlement)
2. Uitvoerende macht = Koning +  Ministers (Regering)
3. Rechterlijke macht = Rechters

Wat  gebeurt er als ALLE macht bij één persoon/groep is?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica volgens Hitler
1. Wetgevende macht: Hitler & NSDAP
2. Uitvoerende macht: Hitler en nazi-regering
3. Rechterlijke macht: rechters werken voor Hitler

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwet
Belangrijkste wetboek van Nederland. Hierin staat:
  • Hoe het land wordt bestuurd
  • Welke rechten mensen hebben
  • Wat de macht van de regering, het parlement en de rechter is.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke grondrechten ken je?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Grondwet
De grondwet bestaat uit grondrechten
Grondrechten gelden voor iedereen:
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Recht op onderwijs
  • Recht op gelijke behandeling
  • Recht op privacy

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies