4 MAVO Hoofdstuk 6 Paragraaf 2 en 3

Kunststoffen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Kunststoffen

Slide 1 - Tekstslide

  
Maken van kunststoffen

Slide 2 - Tekstslide

Polymeren
Alkenen bevatten een dubbele binding en kunnen daardoor iets bijzonders. Je kunt namelijk de dubbele binding "openklappen" en koppelen aan een ander molecuul. Je krijgt dan een soort lange ketting van duizenden moleculen, dat noemen we ook wel een polymeer.
De kleinste delen waar het polymeer uit bestaat (dus eigenlijk de beginstof) noemen we een monomeer. De naam van het polymeer wat dan ontstaat bestaat uit poly- met daar achter de naam van het monomeer.

Slide 3 - Tekstslide

Monomeren en Polymeren
Een bekende polymerisatie-reactie is de reactie van etheen. De stof die dan ontstaat noem je polyetheen. Zie ook de afbeelding hieronder:





Slide 4 - Tekstslide

Monomeren en Polymeren
Omdat zo'n polymeer uit duizenden moleculen bestaat, wordt de reactievergelijking best groot als je de aantallen precies moet weten. 

Daarom schrijven we deze reactie als volgt op in molecuulformules:


Polyetheen wordt onder andere gebruikt in boterhamzakjes.
nC2H4>(C2H4)n
Reactievergelijking moet je kunnen opstellen van een monomeer naar een polymeer

Slide 5 - Tekstslide

Monomeren en Polymeren
Uit een n aantal monomeren etheen maak je het polymeer polyetheen.
In structuurformules ziet dat er zo uit:

Slide 6 - Tekstslide

Bekende polymeren
Polymeren kom je op veel plekken tegen. Twee bekende polymeren zijn:

PVC (poly-vinyl-chloride)                            Teflon (poly-tetra-fluor-etheen)




Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet de reactie waarbij polymeren worden gemaakt?
A
polymerisatiereactie
B
verbrandingsreactie
C
kraakreactie
D
verbindingsreactie

Slide 8 - Quizvraag

De reactievergelijking van de polymerisatie (maken van een polymeer) tot PVC is als volgt:
A
n C2H3Cl (g) --> (C2H3Cl)n (s)
B
(C2H3Cl)n (s) --> n C2H3Cl (g)
C
C2H3Cl (g) --> C2H3Cl (s)

Slide 9 - Quizvraag

De molecuulformule van polyetheen is:
A
nC2H6
B
nC2H4
C
(C2H6)n
D
(C2H4)n

Slide 10 - Quizvraag

Polymerisatie
Kraken
Monomeer
Polymeer

Slide 11 - Sleepvraag

kunststoffen worden gemaakt door kleine koolwaterstofmoleculen aan elkaar te verbinden. Hoe heet dit proces?
A
polymeren
B
macromoleculen
C
polymerisatie
D
composieten

Slide 12 - Quizvraag

Toepassing van kunststoffen

Slide 13 - Tekstslide

plastic
In ons dagelijks taalgebruik hebben we het vaak over "plastic". Hiermee bedoelen we kunststoffen die vervormbaar (plastisch) zijn. Dit zijn dus thermoplasten.
Er zijn ook kunststoffen die niet vervormbaar zijn (thermoharders). Niet alle kunststoffen zijn dus "plastic".
.

Slide 14 - Tekstslide

 Kunststoffen: eigenschappen
  • waterdicht
  • slechte geleider elektriciteit
  • slechte geleider warmte
  • worden nauwelijks aangetast door omgeving
  • kunststoffolie = doorzichtig
  • nadelen: veel soorten worden zacht bij verwarming, niet   biologisch afbreekbaar

Slide 15 - Tekstslide

Toepassing van kunststoffen
De meeste soorten kunststoffen zijn goedkoop om te maken en makkelijk te bewerken. Daarnaast zijn ze slechte geleiders voor warmte en elektriciteit en worden ze nauwelijks aangetast door water en zuurstof.
Doordat er zoveel verschillende soorten kunststoffen zijn, zijn er kunststoffen met veel verschillende soorten eigenschappen. Voor ieder wat wils!

Kunststoffen hebben ook nadelen. Ze zijn namelijk slecht afbreekbaar in de natuur en bij verbranding komen er giftige gassen vrij.

Slide 16 - Tekstslide

Thermoplasten en thermoharders
Een manier om kunststoffen te sorteren is door te kijken naar de eigenschappen als je het verwarmt. Er zijn soorten die dan makkelijk smelten (thermoplasten) en soorten die niet snel smelten (thermoharders). Als je naar de structuur van het polymeer kijkt, kun je het verschil tussen die twee goed zien. Links zie je een thermoplast, rechts een thermoharder:

Slide 17 - Tekstslide

Thermoplasten 
  • Thermoplasten zijn polymeren die bij verwarmen zacht en buigzaam worden. Ze hebben lineaire en vertakte ketens.
  • Worden gebruikt bij:
  • schuim
  • folie
  • buizen
  • kabel
  • vezels
  • kunstglas

Slide 18 - Tekstslide

Thermoharders 
Thermoharders blijven hard als ze verwarmd worden. 
Bij een thermoharder zijn de ketens verbonden door dwarsverbindingen (crosslinks);
Toepassingen:
  • speelgoed
  • huishoudelijke artikelen
  • bakeliet
omdat ze een driedimensionaal fijnmazig netwerk van polymeerketens met dwarsverbindingen hebben.

Slide 19 - Tekstslide

Toevoegingen aan plastics
  • Weekmakers: maken het plastic zachter en buigzamer;
  • Vlamvertragers, kunsstof minder snel branden
  • Met andere toevoegingen kunnen de eigenschappen worden aangepast.

Slide 20 - Tekstslide

Recyclen
Omdat kunststoffen uit aardolie komen, kan het handig zijn om ze te recyclen. De aardolie raakt namelijk een keer op.
Je kunt bijvoorbeeld:
  • Kunststoffen fijnmalen en er opnieuw producten van maken
  • Kunststoffen kraken (zie paragraaf 3) en van de monomeren nieuwe kunststoffen maken
  • Kunststoffen verbranden en de warmte nuttig gebruiken
Het probleem hierbij is wel dat de soorten plastic vaak samen in het afval terecht komen. Je zult dus goed moeten scheiden op het soort plastic.

Slide 21 - Tekstslide

Waaruit worden kunststoffen gemaakt?
A
Plastic
B
Aarde
C
Aardolie
D
Staal

Slide 22 - Quizvraag

Een ander woord voor plastic is thermoharder.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Als een thermoharder sterk wordt verwarmd dan gaat het ......
A
smelten
B
ontleden
C
verdampen
D
er gebeurd niets

Slide 24 - Quizvraag

Na het maken van een plastic voorwerp van een thermoharder kan je deze nog van vorm veranderen
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Na het maken van een plastic voorwerp van een thermoplast kan je deze nog van vorm veranderen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Thermoplast
Thermoharder

Kunststoffen die zacht worden bij verwarmen

Kunststoffen die hard blijven bij verwarmen

Slide 27 - Sleepvraag

Hiernaast zie je een plastic drinkflessen. Wat is dit
A
Thermoharder
B
Thermoplast

Slide 28 - Quizvraag

Dit surfboard is gerecycled uit oude plastic flessen. Is dit nu een thermoplast of een thermoharder?
A
thermoplast
B
thermoharder

Slide 29 - Quizvraag

nadelen kunststoffen
  • ze zijn niet of nauwelijks afbreekbaar en veroorzaken daardoor veel problemen zoals de plastic soep en sterfte van dieren
  • bij verbranden komen  vaak giftige stoffen vrij
  • alleen de  bio - en synthetisch afbreekbare polymeren (door licht,water of micro-organisme)   belasten het milieu niet. 

Slide 30 - Tekstslide

Bioplastic
biogebaseerde plastics:
  • biomassa als grondstof;
  • vaak niet biologisch afbreekbaar.
biodegradeerbare plastics:
  • gemaakt van biomassa;
  • altijd biologisch afbreekbaar
  • kunnen bij het gft-afval
  • kiemplantlogo
minder belastend milieu bij productie en bij afbraak
Van gerecycled plastic kun je andere producten maken. De kwaliteit van het nieuwe eind-product is vaak iets lager, je noemt dit downcyclen.

Slide 31 - Tekstslide

2 C6H14 + 13 O2--> 12 CO + 14 H2O
Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
D
Onvolledige verbranding

Slide 32 - Quizvraag

De molecuulformule van polyetheen is:
A
n C2H6
B
n C2H4
C
(C2H6)n
D
(C2H4)n

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de molecuulformule die hoort bij deze structuurformule?
A
C2N6H
B
C2H6N
C
C2H7N
D
C2HN7

Slide 34 - Quizvraag

Aan de slag
Maak van paragraaf 6.2 een korte samenvatting

Maak de opgaven A34 t/m A 45

Slide 35 - Tekstslide