signaaltransductie zenuwcellen

Leerdoelen:
- Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt.
- Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen:
- Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt.
- Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gliacellen
  • Oligodendrocyten en cellen van Schwann onderdeel van myelineschede
  • Stevigheid zenuwweefsel, beschermen en voeden neuronen, handhaven homeostase weefselvloeistof rondom neuronen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neuron
  • Impulsen ontvangen en doorgeven
  • Dendriet ontvangt impulsen
  • Axon geleidt impulsen van cellichaam af
  • Axon eindigt in synaps, spleet tussen uiteinde neuron en doelwit
  • Cellichamen alle neuronen in of vlak bij CZS

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synaps

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten neuronen
  • Impulsen ontvangen en doorgeven
  • Dendriet ontvangt impulsen
  • Axon geleidt impulsen van cellichaam af
  • Axon eindigt in synaps, spleet tussen uiteinde neuron en doelwit
  • Cellichamen alle neuronen in of vlak bij CZS

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk neuron eindigt bij een spier?
A
schakelcel
B
sensorisch neuron
C
motorisch neuron

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit type neuron vervoerd impulsen van zintuigen naar het centraalzenuwstelsel
A
motorisch neuron
B
sensorisch neuron
C
schakelcel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type cel staat hier afgebeeld?
A
motorisch neuron
B
sensorisch neuron
C
schakel neuron
D
glia cel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De impuls kan doorgegeven worden van neuron..
A
A naar B
B
B naar A
C
van A naar B en terug

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwcellen en zenuwen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenstam
  • Verlengde merg: impulsbanen kruisen, cardiovasculair- en ademcentrum
  • Middenhersenen: impulsen tussen hoofd/hals en hersenen
  • Thalamus: hormonen, homeostase

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen
  • Primair gevoelscentrum: bewust van prikkel
  • Secundair gevoelscentrum: verband met eerdere waarnemingen
  • Primair bewegingscentrum: impulsen naar spieren
  • Secundair bewegingscentrum: afstemming bewegingscentra

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine hersenen
  • Evenwicht
  • Fijne motoriek

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
  • Drie ruggenmergvliezen
  • Ruggenmergszenuwen
  • Rugkant gevoelszenuwen, verdikkingen door cellichamen sensorische neuronen (spinale ganglia)
  • Buikkant bewegingszenuwen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan een terugtrek-reflex nog optreden als in de reflexboog de zenuwcellen R zijn uitgeschakeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reflexboog

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grijze en witte stof

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autonoom zenuwstelsel: parasympatisch en orthosympatisch deel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om welke ionen gaat het bij impulsgeleiding?
A
Calcium-Natrium
B
Natrium-Kalium
C
Kalium-Nitriet
D
Nitraat-Calcium

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Natrium-kaliumpomp
  • In neuron cytoplasma negatief geladen vergeleken met buitenkant neuron
  • Rustpotentiaal -70 mV
  • Buiten meer Na+ dan K+, in cytoplasma meer negatieve ionen
  • Gehandhaafd door actief transport natrium-kaliumpomp

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Impulsgeleiding

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impulsen
  • Alles-of-niets principe omzetting prikkel in impuls
  • Als prikkelsterkte onder prikkeldrempel ligt geen impuls
  • Impulssterkte hetzelfde in elk neuron
  • Sterkere prikkel zorgt voor hogere impulsfrequentie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dendrieten
Axon
Axonterminalen
Insnoering van Ranvier
Cellichaam
Celkern

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zitten er de insnoeringen van Ranvier tussen de cellen van Schwann?
A
Als isolatie voor de impulsen
B
om de impulsen snelheid te geven
C
om electrische signalen te maken
D
zijn niet nuttig

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Saltoire impulsgeleiding
  • Sprongsgewijs
  • Depolarisatie alleen mogelijk bij insnoering van Ranvier
  • Sneller dan zenuwcellen zonder myelineschede

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er ontstaat een actiepotentiaal in het axon van de zenuwcel als....
A
Er meer + dan - signalen aankomen op de dendrieten van de zenuwcel
B
De totale depolarisatie (summatie) van het membraan op deze plek zo groot is dat de drempelwaarde overstegen wordt
C
Alle dendrieten van de zenuwcel een signaal doorgegeven krijgen d.m.v. neurotransmitters

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurotransmitters
Summatie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Temporele) summatie






E=exciterend / I=inhiberend


Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 30 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Te doen:
- Opdracht in teams: oefenvragen zenuwcellen via teams
- opdracht 3 werkboek in drietallen (digitaal, inleveren teams)
- extra uitleg indien wenselijk, via youtube met vragen in lessonup.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:04
Dus samen gevat in rust is de concentratie kalium buiten de cel (a) en binnen in de zenuwcel (b)
A
a=hoog, b=laag
B
a=laag, b=hoog

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:04
En buiten de cel is in rust de concentratie natrium (a) en binnen de cel (b)
A
a=hoog, b=laag
B
a=laag, b=hoog

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:08
Wat is in dit beeld binnenkant van de cel
A
Boven
B
Onder

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:59
Het verplaatsen van natrium is in dit geval
A
Actief transport
B
Passief transport

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

07:48
Welk molecuul voorziet de Na/Ka pomp van energie

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

07:50
Natriumpoorten open
Kaliumpoorten open
Herstelfase Na/Ka pomp

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

07:48
De Natrium/Kaliumpomp zorgt dat natrium en kalium tegen de gradient in verplaatst worden, dit is
A
Actief transport
B
Passief transport

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies