cijferend optellen aftrekken 1

Rekenen maandag 20 april
Doel: Ik kan cijferend optellen. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenen maandag 20 april
Doel: Ik kan cijferend optellen. 

Slide 1 - Tekstslide

En? heb je gewonnen met het vorige spel?

Slide 2 - Open vraag

Wat weet je nog
over cijferend optellen?

Slide 3 - Woordweb

Lesdoel:
Ik kan cijferend optellen. 

Slide 4 - Tekstslide

Vaardigheid:
  1. Schrijf de getallen goed onder elkaar, zodat de eenheden onder de eenheden staan, de tientallen onder de tientallen,  enzovoort.
  2. Tel eerst de eenheden bij elkaar op, kom je boven het tiental uit, dan schrijf je die boven het tiental. Tel dan de tientallen bij elkaar op. Kom je boven het honderdtal uit, dan schrijf je die boven de honderdtallen. Enzovoort. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Nu ben jij aan de beurt!
Reken de volgende sommen cijferend uit en vul de antwoorden in. Gebruik hiervoor wel kladpapier!

Slide 7 - Tekstslide

358 + 269 =

Slide 8 - Open vraag

291 + 487 =

Slide 9 - Open vraag

518 + 389 =

Slide 10 - Open vraag

118 + 698 =

Slide 11 - Open vraag

418 + 376 =

Slide 12 - Open vraag

678 - 383=

Slide 13 - Open vraag

De Kerstman, een fee en een jongen lopen op straat. Ze zien € 20,- op de grond liggen. Wie van hen pakt het op?

Slide 14 - Open vraag

68 - 49=

Slide 15 - Open vraag

662- 485=

Slide 16 - Open vraag

760- 485=

Slide 17 - Open vraag

7260- 1484=

Slide 18 - Open vraag

7060- 3372=

Slide 19 - Open vraag

Op welke vraag kun je nooit ‘ja’ antwoorden?

Slide 20 - Open vraag

Heb je nog vragen? Mail het naar de leerkracht.

Kijk nu in het dagprogramma wat je moet gaan maken. 



Succes!

Slide 21 - Tekstslide