Ch5GH

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stéphane
12 ans
Paris
1 frère
Welke vraag kan je Stéphane stellen?
A
Tu aimes le coca?
B
Quelle est ta matière préférée?
C
Tu habites où?
D
Tu as une soeur?

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Léa
2 soeurs
déteste le coca
aime la géographie
Welke vraag kun je Léa stellen?
A
Tu as deux soeurs?
B
Tu as quelles matières le mardi?
C
Tu as un frère?
D
Tu habites où?

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het vraagteken

Tu es malade.

Tu es malade?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Est-ce que (1)
Tu es malade?

Est-ce que tu es malade?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Est-ce que (2)
Est-ce que tu es malade?

Est-ce qu'il est malade?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vraag stellen
Deel 1: zonder vraagwoord

Deel 2: met vraagwoord

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vraag stellen
  • Vragen zonder een vraagwoord:
Ben je ziek?

  • Vragen met een vraagwoord:
Hoe ziek ben je?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagwoorden:
pourquoi = waarom
qui = wie
qu'est-ce que = wat

Vraagwoorden:
où = waar
quand = wanneer
comment = hoe
combien = hoeveel


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


vertaal:

A
waar
B
wanneer
C
hoe
D
waarom

Slide 10 - Quizvraag

VOORUITBLIK -> vragen stellen met een vraagwoord

vertaal:
combien
A
waar
B
wanneer
C
hoeveel
D
waarom

Slide 11 - Quizvraag

VOORUITBLIK -> vragen stellen met een vraagwoord
Een vraag stellen
- Op welke drie manieren kun je een vraag stellen?


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vraag stellen
Elle est sympa? // Est-ce qu'elle est sympa? 
Tu es sportif? // Est-ce que tu es sportif? 

- Welke vraagwoorden zijn er?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tu fais du foot (pourquoi -vooraan)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

tu lis un livre (quand - achteraan) =

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraagzinnen zijn correct?
Er zijn twee juiste antwoorden.
A
Il fait du foot.
B
Est-ce qu'il fait du foot?
C
Il fait du foot?
D
Il fait du foot est-ce que?

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraagzinnen zijn correct?
Er zijn twee juiste antwoorden.
A
Tu as un téléphone?
B
Tu est-ce que as un téléphone?
C
Est-ce qu' tu as un téléphone?
D
Est-ce que tu as un téléphone?

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin vragend met est-ce que. Typ de hele zin!
Tu habites ici.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vraagwoord ontbreekt?
Tu as ... de matières? J'ai neuf matières.
A
quand
B
pourquoi
C
qui
D
combien

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vraagwoord ontbreekt?
Tu habites ...? J'habite à Caen.
A
qui
B
combien
C
D
quand

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vraagwoord ontbreekt?
Ton anniversaire, c’est ... ? Mon anniversaire c'est le trois décembre.
A
pourquoi
B
qui
C
combien
D
quand

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Au travail !
Quoi?
exercices 30d, 31cd, 33a
Comment?
Jullie mogen samenwerken en overleggen.
Hulp nodig?
Overleg eerst met je buurman of buurvrouw.
Tijd?

Tip:
Kijk op pagina 40-43
Klaar? 
Leren voca E en F

timer
0:05

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies