§4.2: De voedselproductie - deel 1 juiste

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling §4.1

  • Uitleg §4.2
  • Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Overschrijden van draagkracht boven de 1,8 hectare

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling §4.1
  • Uitleg §4.2
  • Opdrachten

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet waarom de voedselafdruk groter wordt, en waarom dit leidt tot schaalvergroting en intensivering
  • Je kunt met kaarten aantonen dat er tropisch regenwoud verdwijnt voor landbouw 

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Leg uit waarom de vleesindustrie de meest vervuilende industrie ter wereld is
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Hoe leidt de productie van vlees tot ontbossing van het tropisch regenwoud....?

Slide 9 - Tekstslide

In Nederland hebben wij:

  • Meer dan 12 mln. varkens
  • Meer dan 3,8 mln. runderen.
  • Meer dan 100 000 000 mln. kippen.


 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe leidt de productie van vlees tot ontbossing van het tropisch regenwoud....?
 

  • Productie van 1 kilo vlees:  50 tot 250 m² aan ruimte nodig
  • Ruimte voor weilanden en akkers 
  • Soja (voedsel voor het vee) > ontbossing tropisch regenwoud 

Slide 11 - Tekstslide

Tropisch regenwoud en landbouw: Amazone 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

20 kilo aardappelen
Genoeg voor 7 mensen
Meteen opeten
7 blije mensen
Gebruiken als voer
Een blije koe
Vlees opeten
1 blij mens

Slide 14 - Tekstslide

Voedselafdruk groeit 
Voedselafdruk = de ruimte die nodig is om jouw voedsel te verbouwen

  • Wereldbevolking groeit
  • Wereldbevolking wordt welvarender 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welk verband is zichtbaar in de tabel?
timer
0:30
A
Hoe armer, hoe meer vlees er wordt gegeten
B
Hoe rijker, hoe meer vlees er wordt gegeten
C
Hoe groter, hoe meer vlees er wordt gegeten
D
Hoe kleiner, hoe meer vlees er wordt gegeten

Slide 17 - Quizvraag

Wat verandert er in de voedselindustrie?
Best veel. We kijken naar schaalvergroting, intensivering en biologisch voedsel.
Biologisch
Biologische landbouw gebruikt minder bestrijdingsmiddelen en geeft dieren meer ruimte.
Schaalvergroting
Bedrijven maken heel veel van hetzelfde soort voedsel. Ze kunnen dit zo veel efficiënter doen
Intensivering
Bedrijven die aan intensivering doen gebruiken kennis en geld voor een hogere opbrengt. Dit zit vol met moderne technologie.

Slide 18 - Tekstslide

Schaalvergroting
Het steeds groter worden 
van (landbouw)- bedrijven




Slide 19 - Tekstslide


Schaalvergroting
  • Grotere bedrijven, minder verschillende producten ( 1 product = monocultuur)
  • Voordeel: kennis van één product
  • Nadeel: afname van de biodiversiteit
Schaalvergroting
 Dit is makkelijk voor de
  boeren. Ze kunnen enorme
  stukken land in één keer
 oogsten. Alleen groeit
hier ook niks anders meer.
Zonder schaalvergroting
Hier groeien veel meer
soorten planten. Dit is goed  
voor de biodiversiteit, maar    
het werk van de boer    
wordt wel moeilijker  
en duurder.

Slide 20 - Tekstslide

Intensivering
Het vergroten van de opbrengst per hectare of per dier door middel van kennis en geld

Slide 21 - Tekstslide


Intensivering
  • Bedrijven die aan intensivering doen, proberen zoveel mogelijk uit een stuk land of een dier te halen
  • Daarvoor gebruiken ze de wetenschap en dure machines

Intensivering

  Deze boer gebruikt een
  drone om heel precies
 te bepalen hoeveel mest
er op zijn land komt
Intensivering

Al deze koeien worden in één 
keer gemolken door een   machine. Dat scheelt de  
boer veel werk. Hij kan nu   meer koeien houden

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet waarom de voedselafdruk groter wordt, en waarom dit leidt tot schaalvergroting en intensivering
  • Je kunt met kaarten aantonen dat er tropisch regenwoud verdwijnt voor landbouw 

Slide 23 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling §4.1
  • Uitleg §4.2
  • Opdrachten

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten
  • Lezen §4.2
  • Maken opdracht 1, 2, 3 en 4

Klaar? Opdrachten laten controleren door de docent

Slide 25 - Tekstslide