4.3 Atomen als bouwstenen

Welkom
Je weet toch:
Telefoons
ipads

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
Je weet toch:
Telefoons
ipads

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
- leren dat niet-ontleedbare stoffen elementen zijn
- leren dat elementen uit atomen bestaan
- leren dat atomen een symbool hebben
- leren wat het periodiek systeem is

Slide 2 - Tekstslide

Wat je al moet weten
Zuivere stoffen bestaan uit 1 soort moleculen
Bijna alle zuivere stoffen kan je ontleden (uit 1 stof ontstaan dan dus 2 of meer andere stoffen!)

Slide 3 - Tekstslide

water
watermoleculen
2 waterstofatomen
en 1 zuurstofatoom

Slide 4 - Tekstslide

de stof water H2O
 bestaat uit water moleculen 
  • molecuul = kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van die stof heeft. 
  • het water molecuul bestaat  uit nog kleinere deeltjes die atomen heten
  • 1 molecuul water bestaat uit 2 waterstof (H) atomen en 1 zuurstof (O) atoom. 



Slide 5 - Tekstslide

Ander voorbeeld
Alcohol bestaat uit 
2 koolstof atomen (C)
6 waterstof atomen (H)
1 zuurstof atoom (O)

Slide 6 - Tekstslide

Azijnzuur: 2 koolstofatomen + 4 waterstofatomen + 2 zuurstofatomen

Slide 7 - Tekstslide

Benzine: 8 koolstof atomen en 18 waterstof atomen

Slide 8 - Tekstslide

Als je water ontleedt,
krijg je waterstof en zuurstof

Slide 9 - Tekstslide

Element
  1. Een element bestaat uit 1 soort atomen
  2. Een element is niet ontleedbaar
  3. Een element heeft een symbool (hoofdletter+kleine letter)
  4. totaal zijn er 110 atomen
  5. Daarmee zijn meer dan 50 miljoen verschillende moleculen te maken

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

symbolen
afgeleid
van de 
Latijnse 
namen 
van de 
elementen

Slide 12 - Tekstslide

van boven naar beneden: perioden
Van links naar rechts: groepen
Elementen staan op atoomnummer

Slide 13 - Tekstslide

Verbinding
  • Een verbinding bestaat uit 2 of meer atomen die aan elkaar vastzitten.
  • Een  verbinding is ontleedbaar 
  • Een verbinding heeft totaal andere eigenschappen als de elementen die in de verbinding voorkomen.
  • Een verbinding heeft een formule (H2O bijv.)
  • Verbindingen zijn dus moleculen

Slide 14 - Tekstslide

Wat is waar?
A
Atomen en moleculen zijn hetzelfde
B
Atomen bestaan uit moleculen
C
Moleculen bestaan uit atomen
D
Moleculen en atomen vormen een verbinding

Slide 15 - Quizvraag

Wat is niet waar?
A
Een molecuul bestaat uit minstens 3 atomen
B
Een molecuul is een verbinding
C
Een molecuul kun je ontleden
D
Een molecuul is het kleinste deeltje wat nog de stofeigenschappen bevat

Slide 16 - Quizvraag

Wat klopt
A
Zowel atomen als moleculen kun je ontleden
B
Alleen moleculen kun je ontleden
C
Alleen atomen kun je ontleden
D
Zowel moleculen als atomen kun je niet ontleden

Slide 17 - Quizvraag

Moleculen hebben ongeveer dezelfde stofeigenschappen als de atomen waaruit ze zijn opgebouwd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

hoeveel groepen zijn er in het periodiek systeem?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag!
Wat: opdracht 27 t/m 40 (blz. 13)
Waar: werkboek H4 P3
Hoe: individueel, in stilte
Oortjes: Ja, mag
Hulp: boek (blz. 83), docent
Tijd: 20 minuten 
Uitkomst: leerdoelen behalen
Klaar?: Kijk het na via de ELO, maak opgave 21 t/m 24 op blz 10

timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

afsluiting
- leren dat niet-ontleedbare stoffen elementen zijn
- leren dat elementen uit atomen bestaan
- leren dat atomen een symbool hebben
- leren wat het periodiek systeem is

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

boekhoudmethode=reactievergelijking kloppend maken
  1.  beide kanten van pijl zelfde atoomsoorten en van elk  evenveel
  2. alleen  coefficient(=aantal moleculen) mag veranderen
  3. een molecuul dat uit  1 atoomsoort altijd als laatste
  4. O2, Br2 enz  levert altijd een even getal. Dus aan andere kant pijl oneven aantal van deze atomen? Dan alvast even maken
  5. begin (in principe) met  molecuul waar het grootste aantal atomen inzit.
  6. atomen die in verschillende moleculen zitten mag je niet zomaar bij elkaar optellen. zie werkbord verder

Slide 23 - Tekstslide