3.6 Werkwoordelijk gezegde

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.6 Werkwoordelijk gezegde
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.6 Werkwoordelijk gezegde
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Voorbeeld: als er staat schrijf de zin over, doe je dat. 




Slide 3 - Tekstslide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Gijs, Luca en Justin

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Noah, Lars, Sem, Joey, Senn, Liz, Chill en Abdimalik

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je het werkwoordelijk gezegde (WWG) benoemen in een gegeven zin. 

Slide 5 - Tekstslide

Verdiept arrangement:
Gijs, Luca en Justin

Huiswerk noteren + maken:
Les: 3.6
blz.: 105
opdr.: 15

Slide 6 - Tekstslide

Minicheck:
Quiz mee!

Wat weet je al van de lesdoelen?

Slide 7 - Tekstslide

Noteer het werkwoordelijk gezegde uit de zin:
De parkiet vliegt door de kamer

Slide 8 - Open vraag

Noteer het werkwoordelijk gezegde uit de zin:
De parkiet kan uren door de kamer vliegen

Slide 9 - Open vraag

Noteer het werkwoordelijk gezegde uit de zin:
De parkiet wil het liefst vrij kunnen vliegen.

Slide 10 - Open vraag

Wie maakt wat
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 3.6, blz. 104 + 105, opdr. 14.

De rest doet mee met de instructie

Slide 11 - Tekstslide

4. Instructie
Werkwoorden: doe-woorden. LET OP! ook vormen van hebben/zijn/worden horen bij de werkwoorden. 

- Persoonsvorm (PV): hoe vind je die ook alweer?
Er waren 3 manieren. Weet je ze nog?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Werkwoordelijk gezegde
Een zin is een verzameling woorden. De werkwoorden in de                zin vertellen wat er gebeurt of wat iemand doet. 
We noemen alle werkwoorden samen 
                       het werkwoordelijk gezegde (wwg). 

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit één of meer          werkwoorden (zie filmpje 'wwg' in de theorie van eDition).

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het WWG?
De grasparkiet vliegt door de kamer.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het wwg in deze zin?
De tamme grasparkiet kan uren door de kamer vliegen.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het WWG in deze zin?
Jij hebt je huiswerk gemaakt

Slide 17 - Open vraag

Wat is het WWG in deze zin?
Je moet eerst goed lezen.

Slide 18 - Open vraag

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (Noah, Lars, Sem, Joey, Senn, Liz, Chill en Abdimalik)?
Lees en maak les 3.6 opdr. 14 op blz. 105. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (niemand)?
kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 19 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt : les 3.6
V: opdr. 15, blz. 105 --> Gijs, Luca en Justin
B: opdr. 14, op blz. 105. --> Noah, Lars, Sem, Joey, Senn, Liz, Chill en Abdimalik
I: opdr. 14, op blz. 105. --> niemand


Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen/ woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 20 - Tekstslide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 21 - Tekstslide

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Jij moet je boek nog kaften

Slide 22 - Open vraag

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Je moet eens in de supermarkt kijken

Slide 23 - Open vraag

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Je leert vandaag het WWG toepassen

Slide 24 - Open vraag

Afsluiting
- Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ........................

Slide 25 - Tekstslide