Water in je eigen omgeving

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Leerdoel

• Je kent drie verschillende watergebieden
• Je kent het verschil tussen een korte- en lange waterkringloop
• Je kent de de invloed van hoogteligging op water

1. Oppervlaktewater

• kust-en zeegebieden
• riviergebieden en beekdalen
• meren en plassen
• polders (kanalen en sloten)

Welk oppervlaktewater kunnen we niet gebruiken als drinkwater?

2. Grondwater

Water dat zich in de grond bevindt

00:08

Wat is grondwater?

1. Water uit de grond.
2. Water uit de lucht.
3. Water uit de lucht en rivierwater.
4. Water van de zee.

00:26

Waarom is grondwater schoon?

3. Regenwater

Water dat uit de lucht valt.

 Water zit in een waterkringloop.

De hoeveelheid water  op aarde blijft altijd gelijk.

korte waterkringloop

1. Water verdampt uit de zee
2. Waterdamp stijgt en condenseert
3. Wolk
4. Dichtbij het aardoppervlak stijgt de temperatuur en smelten de bevroren waterdeeltjes = regen
5. Water in de zee

https://www.ntr.nl/html/micrio/schooltv/waterkringloop/

Lange waterkringloop

1. Langere weg: water valt op aarde en infiltreert in de bodem
2. Grondwater, of regenwater stroomt via de rivier naar de zee
3. afstroming

https://www.ntr.nl/html/micrio/schooltv/waterkringloop/

verdampen