A1 THEMA 5
1 / 14
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe vaak neem jij de medicijnen?
A
25 keer 3 druppels
B
3 maal daags een druppel
C
dagelijks 25 druppels
D
3 keer per dag 25 druppels
Slide 3 - Quizvraag
Hoe neem je de druppels in?
A
Voor het slapen
B
Met een beetje water
C
Voor het eten
D
Met andere medicijnen
Slide 4 - Quizvraag
Bij de apotheek haal je medicijnen.
... paracetamol en neusdruppels.
... paracetamol en neusdruppels.
A
Maar
B
Bijvoorbeeld
C
Halen
Slide 5 - Quizvraag
Ik heb om 11 uur ... bij de tandarts.
A
een afspraak
B
een agenda
C
een assistente
Slide 6 - Quizvraag
A: ... gaat u naar het ziekenhuis?
B: Ik moet naar de specialist.
B: Ik moet naar de specialist.
A
Wanneer
B
Waarom
C
Waar
Slide 7 - Quizvraag
10 uur is een beetje vroeg. Kan het ook ...?
A
later
B
de afspraak
C
eerder
Slide 8 - Quizvraag
Ik heb ... vorige week keelpijn.
A
soms
B
natuurlijk
C
sinds
Slide 9 - Quizvraag
Maak een zin met het woord:
waarom
waarom
Slide 10 - Open vraag
Geef antwoord:
"Wat doe je bij de apotheek?"
"Wat doe je bij de apotheek?"
Slide 11 - Open vraag
Geef antwoord:
"Waar koop je medicijnen zonder recept?"
"Waar koop je medicijnen zonder recept?"
Slide 12 - Open vraag
Wat is haar klacht?
Slide 13 - Open vraag
Was deze test moeilijk?
Ja, heel moeilijk
Een beetje moeilijk
Nee, heel makkelijk
Beetje moeilijk, beetje makkelijk
