A2 voltooide tijd

• Nederlands NT2
• ISK

Welkom klas 

planning: 

• Herhaling gisteren 
• voltooide tijd onregelmatig
• spreken in de voltooide tijd 

PAUZE

• zelfstandig werken

Welke zin staat in de voltooide tijd?

1. Hij leest boeken.
2. Hij leest het boek.
3. Hij heeft het boek gelezen.
4. Hij las het boek.

Welke zin staat in de voltooide tijd?

1. Zij won de wedstrijd.
2. Zij heeft de wedstrijd gewonnen.
3. Zij wint de wedstrijd.
4. Zij wint de wedstrijden.

Welke zin staat in de voltooide tijd?

1. Ik maak mijn huiswerk.
2. Ik ga mijn huiswerk maken.
3. Ik maakte mijn huiswerk.
4. Ik heb mijn huiswerk gemaakt.

Wat hebben we gisteren geleerd?

voltooide tijd, wat is dat?

• iets wat gebeurd is in het verleden, en voltooid is.  
• verleden tijd - voltooide tijd 
• + werkwoord hebben / zijn 

Ik ben naar school geweest.

Ik heb het huiswerk gemaakt. 

voltooide tijd - regelmatig

 softketchup                            ge- + ik-vorm  + -d of -t

Hebben of zijn

rennen - heb gerend 

hakken - ...............

duwen - ...............

Voelen - ...............

verven - ...............  

voltooide tijd - onregelmatig

UIT JE HOOFD LEREN                             sterke werkwoorden + en

roepen - heb ............... 

eten  -   ................

kijken - ...............

vinden - ..............

zijn   - ...............

vallen- ..................

spreken 

Vertel over jouw week. 

Wat heb je gedaan in het weekend?

Gebruik de voltooide tijd. 

Voorbeeld: 

Maandag ben ik naar mijn werk geweest. 

Dinsdag heb ik in de avond gesport. 

Luisteren

Schrijven over vroeger

beantwoord deze vragen: 

1. Waar heb je vroeger gewoond?
2. Hoelang heb je hier gewoond? en met wie?
3. Heb je hier gewerkt / gestudeerd?
4. Heb je hier hobby's gehad? Welke hobby's? 
5. Waar ben je hier in het weekend vaak geweest? 

kahoot