Hoofdstuk 3 test jezelf

Welkom
Test jezelf hoofdstuk 3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Test jezelf hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij doen?
Herhaling

Maken test jezelf!

Stel vragen en werk samen!

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?
- Je kunt de bijbehorende hoogte van een zijde van een parallellogram aangeven.
- Je kunt de oppervlakte van een parallellogram berekenen.
- Je kunt de bijbehorende hoogte van een zijde van een driehoek aangeven.
- Je kent het begrip hoogtelijn.
- Je kunt de oppervlakte van een driehoek berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?
- Je kunt de oppervlakte berekenen met inlijsten.
- Je kunt de oppervlakte berekenen van een vlieger en van een ruit.
- Je kunt werken met verschillende oppervlaktematen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatting formules
- Oppervlakte parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte
- Oppervlakte driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2
- Ook kun je de oppervlakte berekenen aan de hand van ''inlijsten''.
- Oppervlakte ruit of vlieger: verdubbel de oppervlakte van de driehoek
- Oppervlakte trapezium: inlijsten of splitsen

Slide 6 - Tekstslide

Zet de hoogtelijnen bij de juiste zijde.
CB
AB
AC
AF
CD
EB

Slide 7 - Sleepvraag

Bereken de oppervlakte van de driehoek.

Slide 8 - Open vraag

Wat is de oppervlakte van het vierkant.
A
5x4 = 20 cm²
B
5x6 = 30 cm²

Slide 9 - Quizvraag


Welke oppervlakte heeft nummer 1?
A
4 x 2 : 2 = 4 cm²
B
3 x 2 : 2 = 3 cm²

Slide 10 - Quizvraag


Welke oppervlakte heeft nummer 2?
A
2 x 6 : 2 = 6 cm²
B
2 x 5 : 2 = 5 cm²

Slide 11 - Quizvraag


Welke oppervlakte heeft nummer 3?
A
2 x 4 : 2 = 4 cm²
B
1 x 4 : 2 = 2 cm²

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de driehoek?

Slide 13 - Open vraag

ruit
vlieger

Slide 14 - Sleepvraag

Vlieger
Een vlieger is lijnsymmetrisch. AC is de symmetrias

Zijde AB en AD zijn even groot

Zijde CD en BC zijn ook even groot

Hoe D en hoek B zijn even groot

A
D
B
C

Slide 15 - Tekstslide

Ruit
Een ruit is lijnsymmetrisch. AC en BD zijn de symmetriassen.

Alle zijdes zijn even lang.

Hoek A en hoek C zijn even groot.

Hoek B en hoek D zijn ook even groot.

Slide 16 - Tekstslide


Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast. Let op: er zijn twee antwoorden goed.
A
6 x 2 = 12
B
6 x 4 = 24
C
6 x 2 : 2
D
6 x 2 : 2 x 2

Slide 17 - Quizvraag


Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast. Let op: er zijn twee antwoorden goed.
A
8 x 6 = 48
B
8 x 3 : 2 x 2 = 24
C
8 x 6 : 2 x 2 = 48
D
8 x 3 = 24

Slide 18 - Quizvraag

Hoe vaak past de driehoek PRS in vlieger PQRS?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte van vlieger PQRS in cm²

Slide 20 - Open vraag

Maak het trappetje kloppend. Begin met kilometer.
km
1
2
3
4
5
6
7
dam
mm
dm
cm
m
hm

Slide 21 - Sleepvraag


25m2=
A
250cm2
B
2500cm2
C
25000cm2
D
250000cm2

Slide 22 - Quizvraag


200dam2=
A
2m2
B
200m2
C
20000m2
D
200000m2

Slide 23 - Quizvraag

2 ha = ? m²
A
0,2
B
2
C
2000
D
20 000

Slide 24 - Quizvraag

150 m² = ? are
A
1,5
B
15
C
150
D
15000

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag !





Maak test jezelf
Blz. 100, 101. Kijk het na ! 

Slide 26 - Tekstslide