KGT Les 2 Dieren

3.2 Dieren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Dieren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Werkstuk Ordening
Lesdoelen.
Uitleg thema 3 ordening, basisstof 1.
Aan de slag!  



Slide 2 - Tekstslide

Werkstuk Ordening

  • Opdracht en format Word in Magister
  • Inleveren uiterlijk 14 februari
  • Alle antwoorden over ordening staan in je boek. 
  • Verdere informatie over je dier zoek je op.
  • Vraag hulp als je iets niet begrijpt! 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je...

.... bij dieren tenminste 2 verschillende vormen van symmetrie beschrijven.

... bij dieren tenminste 2 verschillende typen skelet beschrijven.

... tenminste 3 kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 4 - Tekstslide

Dieren

Rijk: dieren

Cellen: hebben alleen een celkern

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Symmetrie
tweezijdige-veelzijdig-niet symmetrisch

Skelet
uitwendig-inwendig-geen skelet

Slide 7 - Tekstslide

Sponzen
Niet symmetrisch

Inwendig skelet ( stevige hoornvezels tussen de cellen)

Leven op de bodem van de zee

Slide 8 - Tekstslide

Neteldieren
Veelzijdig symetrisch

Meestal geen skelet

Leven in het water. Vangen hun prooi met tentakels (vangarmen).
Denk aan kwallen en zeeanemonen.

Slide 9 - Tekstslide

Weekdieren
Tweezijdig symmetrisch

Skelet uitwendig (denk aan het huisje).

Denk aan mosselen, slakken, inktvissen en naaktslakken.

Slide 10 - Tekstslide

Stekelhuidigen
Veelzijdig symmetrisch

Inwendig skelet van kalk

Leven op de bodem van de zee en hun huid zijn bedekt met stekels of knobbels.

Slide 11 - Tekstslide

Geleedpotigen
Tweezijdig symmetrisch.

Uitwendig skelet (pantser).

Denk aan insecten, kreeftachtige, spinnen en duizendpoten.

Slide 12 - Tekstslide

Gewervelde
Tweezijdig symmetrisch

Inwendig skelet (met wervelkolom).

Slide 13 - Tekstslide

Vertakkingsschema's
De zes groepen dieren kun je verder indelen in kleinere groepen, die je weer kunt indelen in nog kleinere groepen, tot je bij een soort komt.
Een soort kun je niet verder indelen.

De indeling van organismen in steeds kleinere groepen kun je weergeven in een vertakkingsschema. 

Voorbeeld: vertakkingsschema van geleedpotigen.

Slide 14 - Tekstslide

Dier werkstuk ordenen
Hoe? Docent loopt lang met kaartjes bij iedere leerling. Je trekt een kaartje en noteert welk dier je hebt. Welk dier je hebt noteert de docent. Deze geef je aan het einde van de les terug aan de docent.
Hulp?  Vragen aan de docent.
Tijd?  10 minuten.
Uitkomst, wat doen we ermee? Dit is het dier waar jij je werkstuk over gaat maken. Voor dit werkstuk krijg je een cijfer.
Klaar? Huiswerk maken.
               



timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag! Thema 3.2
Wat?  Huiswerk: Lezen: b lz. 159 Maken: blz 164  vragen 1-2-3-4-5-6-7-8
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? De belangrijkste vragen worden klassikaal besproken. De docent wijst random iemand aan.
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 2.3 of werk aan je
werkstuk. 
               



timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide