GGZ 1 Crisissituatie - Suïcidaliteit

Welke thema's hebben we vorige week besproken?
1 / 29
volgende
Slide 1: Woordweb
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welke thema's hebben we vorige week besproken?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Crisissituaties - Suïcidaliteit
GGZ 1
Week 7

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student kan op een professionele manier omgaan met ethische dilemma’s en morele problemen of kwesties in de geestelijke gezondheidszorg.
  • Je kunt signalen van suïcidaal gedrag bij de psychiatrische zorgvrager vroegtijdig herkennen en benoemen.
  • Je kunt suïcidaal gedrag analyseren en een concreet begeleidingsplan maken voor in het verpleegplan.
  • Je kunt benoemen welke relevante protocollen en wet- en regelgeving er bestaan ten aanzien van crisissituaties en welke implicaties deze hebben voor de beroepsuitoefening.
  • Je kunt de zorg coördineren en samenwerken met andere disciplines, zodat de psychiatrische zorgvrager in een crisissituatie optimaal ondersteund wordt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denken jullie aan bij het onderwerp suïcidaliteit?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Suïcide

Een handeling met dodelijke afloop, door de overledene geïnitieerd, in de verwachting van een dodelijke afloop.

Zelfbeschadiging

Het doelbewust toebrengen van directe of indirecte schade aan het eigen lichaam, vaak in een zich herhalend patroon.  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

https://www.113.nl/cijfers-zelfdoding-nederland-2019

In 2019 hebben 1.811 mensen een einde aan hun leven gemaakt. 
Gemiddeld vijf mensen per dag plegen zelfmoord.
Jaarlijks denken zo'n 410.000 mensen aan zelfmoord.
Ieder jaar doen 94.000 mensen in Nederland ook daadwerkelijk een poging om zichzelf te doden.
2018 overleden 1.232 mannen tegenover 579 vrouwen. 
Vrouwen doen gemiddeld meer suïcidepogingen. 



Cijfers
In 2019 hebben 1.811 mensen een einde aan hun leven gemaakt. 
Gemiddeld vijf mensen per dag plegen zelfmoord.
Jaarlijks denken zo'n 410.000 mensen aan zelfmoord.
Ieder jaar doen 94.000 mensen in Nederland ook daadwerkelijk een poging om zichzelf te doden.
2019 overleden 1.232 mannen tegenover 579 vrouwen.
Vrouwen doen gemiddeld meer suïcidepogingen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 - 20 jaar
20 - 30 jaar
30 - 45 jaar
45 - 60 jaar 
Ouder dan 65 jaar
Meeste suïcides

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suïcide
  • Bij een ‘geslaagde’ suïcide is de patiënt overleden.
  • Impact op medepatiënten, naasten en hulpverleners is groot.
  • Een suïcide kan latente doodwensen van medepatiënten actueel maken.





Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

https://www.113.nl/ik-maak-me-zorgen-om-iemand-anders
Achtergrond
  • Komt voort uit een situatie die als ondraaglijk voelt, vaak door een psychiatrische ziekte. Bijvoorbeeld door een ernstige depressie.
  • Gedachte aan zelfdoding kan heel beangstigend zijn voor de patiënt.


Balanssuïcide: door het opmaken van de balans in het leven en vervolgens besluiten uit het leven te stappen. Dit kan in een periode waarin de psychiatrische ziekte stabiel is, door wanhoop en uitzichtloosheid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Als iemand een suïcidepoging doet wil degene gewoon aandacht.'
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quizvraag

Kan een impuls, noodkreet, chantagemiddel, agressie richting omgeving (zie wat jullie mij hebben aangedaan) zijn. 

- Het hebben van een psychiatrische stoornis
- Gebruik van drugs en alcohol
- Start antidepressiva
- Eerdere suïcidepoging
- Suïcide op de afdeling of bij naasten
- (plotselinge) verbetering in toestandsbeeld
- Ingrijpende gebeurtenissen
- Verlieservaringen

- Mannen (oudere) 
- Impulsiviteit 
- Werkloosheid 
- Detentie 
- Lichamelijke ziekte/pijn 
- Slaapstoornissen 

Slide 13 - Tekstslide

Risicofactoren
- Goede sociale steun
- Verantwoordelijkheid tegenover anderen, kinderen
- Actief betrokken zijn bij een religieuze gemeenschap
- Goede therapeutische relatie

Slide 14 - Tekstslide

Beschermende factoren

https://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/diagnostiek-en-behandeling-van-suicidaal-gedrag/achtergronddocumenten 



Ga naar 113.nl en beschrijf hieronder wat je hebt gevonden wat jouw als verpleegkundige zou kunnen helpen.
timer
10:00

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:39
'Erover praten brengt mensen op het idee om zich te suïcideren.'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:30
Rol verpleegkundige?

Slide 18 - Woordweb

- observeren en signaleren van risicofactoren
- bespreekbaar maken (door voornamelijk open vragen te stellen)
- Uitingen mbt suïcide serieus nemen
- rapporteren
- informatie doorgeven aan behandelaren

05:05
Doel: snel contact maken om een gedetailleerd beeld te krijgen van de suïcidale toestand, het suïciderisico en alle factoren die hierbij meespelen. 

Slide 19 - Tekstslide

Chronologic Assessment of Suicide Events  

Doel: snel contact maken om een gedetailleerd beeld te krijgen van de suïcidale toestand, het suïciderisico en alle factoren die hierbij meespelen. 


Stap 1 actuele situatie
  • Hebt u gedachten aan zelfmoord? Denkt u dat u dood beter af bent?
  • Hebt u plannen om zelfmoord te plegen?
  • Hoe zien die plannen eruit? Welke methoden hebt u overwogen?
  • Welke voorbereidingen had/heeft u getroffen?
  • Hoeveel haast hebt u om uw plannen uit te voeren?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2 recente voorgeschiedenis 
(laatste 4-8 weken)
  • Hoe lang speelt dit al? Hoe was dit in de laatste weken?
  • Hoe vaak had u deze gedachten? Hoe vaak per dag (tienmaal, honderdmaal? Meer nog?)
  • Hebt u terugkerend kwellende gedachten? Wat denkt u op zo’n moment?
  • Wat zijn aanleidingen voor u om zo te denken?
  • Hoeveel tijd bent u per dag bezig met deze gedachten?
  • Hebt u plannen gehad/gemaakt om uzelf iets aan te doen?
  • Hebt u geprobeerd om een einde aan uw leven te maken?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3 ruimere voorgeschiedenis
  • Bent u wel eens eerder zo wanhopig geweest?
  • Hebt u ooit eerder een periode gehad waarin u deze gedachten had? Wat was er toen aan de hand?
  • Hebt u wel eens geprobeerd een einde aan uw leven te maken? Wat was er toen aan de hand?
  • Wanneer was dat? Wat hebt u toen gedaan?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4 directe toekomst
  • Hoe is het nu voor u?
  • Hoe ziet u de toekomst? Ziet u nog enige toekomst?
  • Wat gaat u doen als u straks weer thuis bent? of: Wat gaat u doen als ik weg ben?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je doen?

Slide 24 - Woordweb

Voorbeelden
- Zorg intensiveren bijvoorbeeld hand-in-handbegeleiding
- Afzondering in een ‘veilige kamer’
- Cameratoezicht
- Risicovolle objecten wegnemen
Zinvol?

Hulp bij zelfdoding of euthanasie
  • Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn.
  • Bij hulp bij zelfdoding geeft de arts een dodelijk medicijn aan de patiënt. Maar de patiënt neemt deze zelf in.

Euthanasiewet
6 zorgvuldigheidseisen uit de euthanasiewet zijn voldaan.  
1. Vrijwillig en goed over nagedacht
2. Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
3. Informeren over de situatie en de vooruitzichten
4. Geen redelijke andere oplossing
5. Raadplegen onafhankelijke arts
6. Medisch zorgvuldige uitvoering

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb geleerd
Ik heb een beetje geleerd
Ik heb niets geleerd
Niet interessant
Een beetje interessant
Interessant 

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb geleerd
Wat zou de docent anders kunnen doen de volgende keer?
Hoe weet je dat je iets geleerd hebt? Waaraan merk je dat? Waaraan kan ik dat zien of herkennen?
Waar ben je trots op? Wat heb je voor nieuws geleerd?
Ik heb een beetje geleerd
Wat kan er beter? En waarom juist dat?
Wat is je gelukt vandaag? Wat wil je nog oefenen? Waar heb je nog hulp of uitleg bij nodig?
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat je een volgende keer meer gaat leren?
Ik heb niets geleerd
Hoe komt het dat je de les niet interessant vond? Hoe komt het dat je niets geleerd hebt?
Wat lukt er niet of wat werkte niet waardoor je niet veel geleerd hebt?
Hoe komt het dat je de les wel interessant vond?
Niet interessant
Een beetje interessant
Interessant

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul het antwoord van de vorige slide in

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Module
e-Xpert mbo GGZ: Suïcide en preventie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies