C1-2: Informatie en Data

Informatie
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Informatie

Slide 1 - Tekstslide

Waarom krijg ik altijd bepaalde advertenties te zien op facebook?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan in je eigen woorden uitleggen wat big data is
  • Je kent de eisen die mogen worden gesteld aan informatie en informatiesystemen


  • Je weet wat ERP, CRM en HRM voor systemen zijn.
  • Je kan nu verklaren waarom ik altijd bepaalde advertenties op fb te zien krijg

Slide 3 - Tekstslide

Informatica = De leer van informatieverwerkende systemen
Informatie staat centraal
In de praktijk meestal met gebruik van digitale systemen
(computers, smartphones, servers, etc.)

"Computer science (= informatica) is no more about computers than astronomy is about telescopes."
  - E.W. Dijkstra

Slide 4 - Tekstslide

ICT
Informatie en communicatietechnologie:
de technologie die het verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden van informatie mogelijk m
  • hardware
aakt.
  • software
  • de techniek en toepassingen voor datacommunicatie

Slide 5 - Tekstslide

data en informatie

Slide 6 - Woordweb

0

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

Slide 9 - Video

We weten nu wat data en informatie is, maar wat is dan "Big Data"?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Big Data
  1. Grote hoeveelheid:doel is vooral veel data te verzamelen.
  2. Veel verscheidenheid:hoeft niet gestructureerd te zijn.
  3. Snelheid: moet snel oproepbaar zijn
  4. Complexe data-analyse: data-analysten sturen software aan en analyseren de data

Slide 12 - Tekstslide

Waarom krijg ik altijd bepaalde advertenties te zien op facebook?
uitleg

Slide 13 - Tekstslide

uitleg

Slide 14 - Tekstslide

Eisen aan informatie
  1. volledigheid
  2. Relevantie
  3. Betrouwbaarheid
  4. Overzichtelijkheid
  5. Beschikbaarheid
  6. Doelgerichtheid
uitleg bij de punten a.d.h.v. voorbeelden

Slide 15 - Tekstslide

  1. volledigheid: Om een goed beeld te krijgen voor je overgang/ examendossier moet alles compleet zijn. Er mogen geen belangrijke cijfers ontbreken.
  2. relevantie: Je bent niet geinteresseerd in cijfers uit de brugklas. De cijfers moeten wel de cijfers van dit schooljaar zijn.
Voorbeeld SomToday cijfers

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld SomToday cijfers
3. Betrouwbaarheid: Je moet er van uit kunnen gaan dat                de getoonde cijfers ook jouw cijfers zijn.
4. Overzichtelijkheid: Je moet eenvoudig een beeld kunnen vormen van je voortgang in cijfers
5. Beschikbaarheid: het is ook prettig dat je als je zou willen je dagelijks (of meerdere keren per dag) toegang hebt tot je cijfers
6.Doelgerichtheid: Je wilt wel jouw cijfers zien en niet allerlei informatie over je aan- of afwezigheid

Slide 17 - Tekstslide

Noteer aan welke eis van informatie niet of onvoldoende wordt voldaan: Berichten in een Messenger (bijvoorbeeld Whatsapp) worden niet geladen.

Slide 18 - Open vraag

Noteer aan welke eis van informatie niet of onvoldoende wordt voldaan: Als je een filmpje wilt bekijken, krijg je eerst reclame te zien.

Slide 19 - Open vraag

Noteer aan welke eis van informatie niet of onvoldoende wordt voldaan: Op social media plaatst een klasgenoot het bericht dat er morgen twee van je lessen vervallen.

Slide 20 - Open vraag

Noteer aan welke eis van informatie niet of onvoldoende wordt voldaan: Je vraagt je af of je droog op school kunt aankomen op de fiets en je leest in een weerbericht dat de regenkans voor vandaag 50% is.

Slide 21 - Open vraag

Waarom krijg ik altijd bepaalde advertenties te zien op facebook?

Slide 22 - Tekstslide

vraagje?
Wat is de AVG? En wat houdt deze in?

(bekijk de video van schooltv van de volgende dia)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Waarom krijg ik altijd bepaalde advertenties te zien op facebook?
privacy en social media

Slide 25 - Tekstslide

Informatiesysteem
Alles wat nodig is om jou van bepaalde informatie te voorzien.

Slide 26 - Tekstslide

informatiesysteem
Een computer met alles wat daarbij hoort.
Alles wat informatie bevat.
Een samenhangend geheel van onderdelen die een gemeenschappelijk doel dienen.
Een apparaat dat gericht is op het leveren van informatie die nodig is om een bepaald doel te bereiken.

Slide 27 - Sleepvraag

Belangrijke informatiesystemen
  • ERP: Enterprice Resource Planning
  • CRM: Customer Relationship Managamentsysteem
  • HRM: Human Resource Managementsysteem

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

ERP, CRM en HRM bij Ikea

Slide 32 - Woordweb

Databases
ERP, CRM en HRM systemen zijn eigenlijk DatabaseManagementSystemen (DBMS).

Slide 33 - Tekstslide

Relationele databases
Tabellen zijn aan elkaar gekoppeld met sleutels 
primaire sleutel
Een primaire sleutel zorgt er voor dat er geen dubbele gegevens in de tabel mogen voorkomen. Het is het veld dat de gegevens in de tabel uniek maakt.  Bijvoorbeeld jullie leerlingnummer maakt je uniek. Immers er kunnen best 2 leerlingen met dezelfde roepnaam en achternaam voorkomen op school, je hebt echter nooit hetzelfde leerling nummer.
verwijzende sleutel
Een verwijzende sleutel is vaak een veld dat verwijst naar een primaire sleutel in een andere tabel. De verwijzende sleutel linkt 2 gekoppelde tabellen aan elkaar. 
relatie
Tabellen in een database hebben veelal een onderlinge relatie. 
Deze relatie kan een een-op-een relatie zijn. Dat betekent dat een record uit de ene tabel precies één relatie heeft met een record uit de andere tabel.  
De relatie kan ook een een op veel relatie zijn: Dat wil zeggen dat een record uit de ene tabel meerdere relaties kan onderhouden met records uit de andere tabel. Zo'n een op veel relatie wordt vaak aangegeven met een 1 aan de kant van de tabel waarin de unieke gegevens staan (bijvoorbeeld hier de films) en een infinity-teken aan de gerelateerde tabel (hier movie-genres)

Slide 34 - Tekstslide

SQL
Met SQL = Structured Query Language kan je een database bevragen. 
select *
from leerlingen
where gebDatum > 01012000

Hiermee vragen we de leerlingen op die na 1 januari 2000 geboren zijn.

Slide 35 - Tekstslide

Waarom krijg ik altijd bepaalde advertenties te zien op facebook?

Slide 36 - Tekstslide

Waarom krijg ik altijd bepaalde advertenties te zien op facebook?

Slide 37 - Tekstslide