RAYAN- BEGRIJPEND LEZEN

BEGINTAAK


Piensa y responde:
¿Por qué lees cuando lees?

Waarom lees je als je iets leest?
timer
3:00
1) LEES DE VRAAG EN BEDENK HET ANTWOORD VOOR JEZELF.
2) BESPREEK HET ANTWOORD MET JE MOEDER/VADER.
3) IDEREEN BESPREEKT WAAROM WE IETS LEZEN.






Het gaat hier om leerlingen bewust te maken van elke keer dat we iets lezen is omdat we iets willen bereiken, we hebben een doel.
Met begrijpend lezen gaat ook zo, er is altijd een doel de behaald moet worden bij een leestekst.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BEGINTAAK


Piensa y responde:
¿Por qué lees cuando lees?

Waarom lees je als je iets leest?
timer
3:00
1) LEES DE VRAAG EN BEDENK HET ANTWOORD VOOR JEZELF.
2) BESPREEK HET ANTWOORD MET JE MOEDER/VADER.
3) IDEREEN BESPREEKT WAAROM WE IETS LEZEN.






Het gaat hier om leerlingen bewust te maken van elke keer dat we iets lezen is omdat we iets willen bereiken, we hebben een doel.
Met begrijpend lezen gaat ook zo, er is altijd een doel de behaald moet worden bij een leestekst.

Slide 1 - Tekstslide

Het gaat hier om leerlingen bewust te maken van elke keer dat we iets lezen is omdat we iets willen bereiken, we hebben een doel. 
Met begrijpend lezen gaat ook zo, er is altijd een doel de behaald moet worden bij een leestekst.
OBJETIVOS
  • Aan het eind van de les weet je wat voor soort lezer je bent.

  • Je kent een aantal leesstrategieën en je kun er minimaal 2 van toepassen.
Succescriteria:
  • Je hebt 5 teksten gelezen en ben je bewust geworden van de leestrategieën die je tijdens het lezen hebt toegepast. 
  • Je kunt deze strategieën benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEGENSTRIBBELENDE LEZER: kunnen wel lezen maar kiezen ervoor om het niet te doen. 
WOORDLEZERS: kunnen woorden lezen maar ze weten niet wat ze gelezen hebben en ze kunnen het ook niet onthouden.
GOEDE LEZERS: geven betekenis aan wat ze lezen.
Ze verliezen snel de vaardigheid om echt te kunnen lezen als ze blijven niet lezen.

Wanneer ze door hebben dat ze niet begrijpen wat ze lezen en het ook niet kunnen onthouden, dan geven ze het snel op.
In het algemeen zijn deze goed lln maar presteren ze slecht voor opdrachten waarbij ze zelf verbanden moeten leggen of conclusies trekken.
Ze activeren hun voorkennis om teksten beter te kunnen begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een goede lezer?
  • - Leesdoel bepalen
  • -Activeert zijn woordkennis (grote woordenschat)
  • - Activeert zijn voorkennis over het onderewerp om nieuwe informatie te begrijpen.
  • - Kan een zin in het verband van de tekst plaatsen (en andersom)
  • -Stel zich voor, tijdens en na het lezen vragen over de tekst.
  • - Kan beslissen wat belangrijk is in een tekst.
  • -Kan de informatie samenvatten.
  • -Kan conclusies trekken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe leer je dit?
Oefenen, oefenen, oefenen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
¿QUÉ VES EN ESTA FOTO? wat zie je in deze foto?
2
¿DÓNDE ESTÁ LA MANO? Waar is de hand?
De vraag is algemeen, wat zie je hier?
Dat kan van alles zijn, dus er is in principe geen duidelijk doel om naar deze foto te kijken.

Slide 7 - Tekstslide

De vraag is algemeen, wat zie je hier?

Dat kan van alles zijn, dus er is in principe geen duidelijk doel om naar deze foto te kijken.
Nu dat je weet wat je moet zoeken, ga je gericht kijken.
Hetzelfde doen we met teksten. Je moet een bepaalde informatie in een tekst vinden en je gaat gericht daarmee aan de slag.

Slide 8 - Tekstslide

Nu dat je weet wat je moet zoeken, ga je gericht kijken.
Hetzelfde doen we met teksten. Je moet een bepaalde informatie in een tekst vinden en je gaat gericht daarmee aan de slag.
benomen minimaal 2 dingen die je kunt doen als je een woord niet kent.
Wat doe je als je een woord
in het Spaans niet kent?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke leesstrategieën werken écht?
Leesdoel bepalen
Voorkennis activeren
Voorspellen
Vragen stellen
Visualiseren
Samenvatten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat gaan we nu oefenen!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NECNECE
NECESITAS UN DICCIONARIO ESPAÑOL - HOLANDÉS

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CARPETA DE LECTURA
JE GAAT  5 TEKSTEN LEZEN EN DE
VRAGEN BEANTWOORDEN.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 1

1B, 2D, 3A, 4B, 5B

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 2

1C, 2 EL CASTELLANO, 3D, 4C

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 3,4,5

B
C
A

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OBJETIVOS
  • Aan het eind van de les weet je wat voor soort lezer je bent.

  • Je kent een aantal leesstrategieën en je kun er minimaal 2 van toepassen.
Succescriteria:
  • Je hebt 5 teksten gelezen en ben je bewust geworden van de leestrategieën die je tijdens het lezen hebt toegepast. 
  • Je kunt deze strategieën benoemen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Muy bien!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies